Wet arbeidsmarkt in balans, zomertip 2


Voorkom dat bij het eindigen van op 1 januari 2020 lopende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd transitievergoeding verschuldigd wordt.

De transitievergoeding is verschuldigd als de werkgever het initiatief neemt voor het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst door:
  • de arbeidsovereenkomst op te zeggen; of
  • de kantonrechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden; of
  • de van rechtswege geëindigde arbeidsovereenkomst niet te verlengen. 
De daarbij geldende eis dat de arbeidsovereenkomst eerst 24 maanden geduurd heeft (artikel 7:673 lid 1 BW) komt met de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans op 1 januari 2020  te vervallen.

De transitievergoeding bedraagt op dit moment gedurende de eerste tien jaar (120 maanden) een zesde maandsalaris voor elke volle periode van zes maanden waarin de werknemer in dienst was en na de eerste tien jaar (120 maanden) een kwart maandsalaris elke volle periode van zes maanden dat de werknemer in dienst was (artikel 7:673 lid 2 BW). 

Op grond van een tijdelijke regeling die op 1 januari 2020 vervalt (artikel 7:673a BW) geldt bovendien voor werknemers van 50 jaar of ouder die in dienst zijn van een werkgever met tenminste 25 werknemers dat de transitievergoeding vanaf het tiende jaar niet een kwart maar een half maandsalaris bedraagt voor elke volle periode van zes maanden dat de werknemer in dienst was.

De transitievergoeding zal vanaf 1 januari 2020 een derde maandsalaris per dienstjaar (of om precies te zijn: per kalenderjaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd) gaan bedragen, ook na de eerste tien jaar. Tevens is de transitievergoeding voortaan naar evenredigheid is verschuldigd als de arbeidsovereenkomst korter dan een kalenderjaar heeft geduurd.

N.B.: Zelfs een werknemer die maar voor één dag in dienst is geweest, heeft vanaf 1 januari 2020 bij het einde van het dienstverband recht op de transitievergoeding. Die transitievergoeding bedraagt in dat geval 2,78% van het salaris over die ene dag. Eén derde maandsalaris per dienstjaar is 33,33% van het jaarsalaris : 12 maanden = 2,78% van het maandsalaris. Als minder dan een maand is gewerkt wordt die 2,78% berekend over een evenredig deel van het maandsalaris.   

Het gevolg daarvan is dat aan het einde van elke arbeidsovereenkomst die op initiatief van de werkgever eindigt of niet wordt verlengd de transitievergoeding van één derde van het maandsalaris per dienstjaar naar rato van de duur van de arbeidsovereenkomst verschuldigd, ongeacht de duur van het dienstverband.

De hoogte van de transitievergoeding wordt volgens de overgangsregel van artikel XII Wet arbeidsmarkt in balans echter nog op basis van het oude recht berekend als:
  • de arbeidsovereenkomst is opgezegd vóór 1 januari 2020;
  • de werknemer vóór 1 januari 2020 heeft ingestemd met opzegging van de arbeidsovereenkomst;
  • het verzoek om toestemming van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari 2020 is gedaan;
  • het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst vóór 1 januari 2020 is ingediend.
Er is derhalve geen overgangsrecht voorzien voor het geval een vóór 1 januari 2020 aangegane arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt en op initiatief van de werkgever niet wordt voortgezet. In dat geval geldt onmiddellijke werking. Dat betekent dat op de feiten die zich op of na 1 januari 2020 voordoen het nieuwe recht toegepast wordt. Aan een werknemer waarvan de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt en die op of na 1 januari 2020 niet wordt voortgezet, is daarom de transitievergoeding verschuldigd.

Voorbeeld 1
  • Eerste arbeidsovereenkomst: van 01-02-2018 tot 01-08-2018 (zes maanden)
  • Tweede arbeidsovereenkomst: van 01-08-2018 tot 01-02-2019 (zes maanden)
  • Derde arbeidsovereenkomst: van 01-02-2019 tot 31-01-2020 (net geen twaalf maanden, derhalve in totaal net geen 24 maanden)
  • Geen aansluitende voortzetting van de arbeidsovereenkomst op 31-01-2020
Is de werkgever op 31 januari 2020 de transitievergoeding verschuldigd?

Antwoord:

Ja. De werkgever is transitievergoeding verschuldigd, omdat het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aansluitend aan het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomst, op of na 1 januari 2020 plaatsvindt.

Voorbeeld 2
  • Eerste arbeidsovereenkomst: van 02-01-2018 tot 01-09-2018 (dus net geen acht maanden)
  • Tweede arbeidsovereenkomst: van 01-09-2018 tot 01-05-2019 (acht maanden)
  • Derde arbeidsovereenkomst: van 01-05-2019 tot 01-01-2020 (acht maanden)
  • Geen aansluitende voortzetting op 01-01-2020

Is de werkgever op 1 januari 2020 de transitievergoeding verschuldigd?

Antwoord:

Ja. De werkgever is transitievergoeding verschuldigd, omdat het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aansluitend aan het van rechtswege eindigen van de arbeidsovereenkomst op of na 1 januari 2020 plaatsvindt.

Om de transitievergoeding nietverschuldigd te zijn bij het niet aansluitend voortzetten van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet de arbeidsovereenkomst uiterlijk op 30 december 2019 van rechtswege eindigen, zodat het niet aansluitend voortzetten op 31 december 2019 plaatsvindt en derhalve nog onder het oude recht. De werkgever kan de derde arbeidsovereenkomst derhalve beter aangaan tot31 december 2019. 

Wil een werkgever bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en bij het niet voortzetten daarvan géén transitievergoeding willen betalen, dan dient hij dus te zorgen dat de arbeidsovereenkomst uiterlijk op 30 december 2019 eindigt, zodat het niet aansluitend voortzetten daarvan nog uiterlijk op 31 december 2019 kan plaatsvinden en derhalve op het moment waarop de oude wet nog geldt. 

In de praktijk zal het in veel gevallen inmiddels overigens al te laat zijn om nog te voorkomen dat bij het niet aansluitend voortzetten van de van rechtswege geëindigde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geen transitievergoeding is verschuldigd, omdat al arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn aangegaan die op of na 31 december 2019 eindigen.

Nog vragen?

Mocht u ten aanzien van deze zomertip over de "Wet arbeidsmarkt in balans” nog vragen hebben, aarzel dan niet om deze vragen één van onze advocaten te stellen. Als deelnemer aan het arbeidsrecht abonnement van ons kantoor hebt u het recht op beantwoording van telefonische vragen.

Voor meer informatie over de Wet arbeidsmarkt in balans verwijzen wij u graag naar de studiebijeenkomst over de Wet arbeidsmarkt in balans die ons kantoor in oktober 2019 organiseert. Deze studiebijeenkomst wordt gehouden op acht locaties verspreid over het land. Er is dus altijd een studiebijeenkomst dicht bij huis. Klik hier voor meer informatie over deze studiebijeenkomst.