Wetsvoorstel registratie uitzendbureaus bij de Tweede Kamer ingediend


Ondernemers die personeel inhuren van een bedrijf dat niet als uitzendbureau in het handelsregister is ingeschreven, lopen in de toekomst het risico door de Arbeidsinspectie te worden beboet. Dat is de kern van een wetsvoorstel dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de Tweede Kamer heeft ingediend.

In het kader van de bestrijding van fraude en illegaliteit in de uitzendbranche, wordt in het wetsvoorstel verboden om in Nederland arbeidskrachten ter beschikking te stellen anders dan door middel van een onderneming of rechtspersoon die in het handelsregister is ingeschreven onder vermelding van het ter beschikking stellen van uitzendkrachten als activiteit. Het verbod moet uitzendondernemingen zichtbaar maken voor zowel de Stichting Normering Arbeid (SNA) als de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU). De SNA certificeert uitzendondernemingen, waarna inleners niet meer aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het niet betalen van het minimumloon door de uitzendwerkgever aan de uitzendkracht. De SNCU controleert de naleving van de CAO in de uitzendbranche. Doelstelling van de regering is om op deze manier zelfregulering binnen de uitzendbranche te bevorderen.

Het wetsvoorstel verbiedt verder dat arbeidskrachten worden ingeleend van een persoon of rechtspersoon die bij de aanvang van de opdracht niet als uitzendonderneming in het handels-register is ingeschreven. De inlener moet de inschrijving in het handelsregister zo nodig kun-nen bewijzen middels een uittreksel uit het handelsregister dat de situatie ten tijde van de aanvang van de opdracht weergeeft. Bij doorlenen van arbeidskrachten kan een werkgever worden beboet als inlener maar tegelijkertijd ook als uitlener.

De handhaving van deze verboden wordt gecontroleerd door de Arbeidsinspectie. Deze wordt bevoegd om zowel aan degene die in strijd met het wettelijk verbod arbeidskrachten inleent als aan degene die in strijd met het wettelijke verbod een arbeidskracht uitleent een bestuurlijke boete op te leggen. Bij ministeriële regeling zal worden bepaald dat de boete per arbeidskracht € 12.000 bedraagt, maar bij herhaling binnen vijf jaar € 24.000 en bij een tweede herhaling zelfs € 36.000. Deze boetes komen boven op eventuele boetes wegens het niet betalen van het minimumloon of wegens het werken door buitenlandse arbeidskrachten in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen.

Van inlenen is sprake als arbeidskrachten ter beschikking worden gesteld van een ander om onder diens leiding en toezicht arbeid te verrichten anders dan op grond van een arbeidsover-eenkomst met de inlener. Wanneer sprake is van een overeenkomst van opdracht, van collegi-ale inlening of van ter beschikking stelling in concernverband.

Voorstel Wet registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen

Ondernemers die na invoering van het wetsvoorstel personeel inlenen van een derde, zullen zich er van moeten overtuigen dat deze derde als uitzendonderneming in het handelsregister is ingeschreven, ook als die derde in het buitenland is gevestigd. Het opvragen en bewaren van een uittreksel uit het handelsregister is gewenst om boeteoplegging door de Arbeidsinspectie te voorkomen.



mr. J.P.M. (Joop) van Zijl.