Aangepaste regeling deeltijd WW

Aangepaste regeling deeltijd WW
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 168
Vindplaats: Brief Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Tweede Kamer van 14 juli 2009; Persbericht Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 14 juli 2009, nummer 09/79; Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juli 2009, nr. IVV/I/2009/16262, tot wijziging van het Besluit deeltijd WW tot behoud van vakkrachten in verband met de wederopenstelling onder verfijning van de voorwaarden (Besluit wederopenstelling deeltijd WW)
Uitspraak

Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief aan de Tweede Kamer medegedeeld dat de “Regeling deeltijd WW tot behoud van vakkrachten” op maandag 20 juli 2009 weer terug in werking treedt. Eerder was de regeling op 23 juni 2009 stop gezet wegens het bereiken van het maximaal beschikbare budget van € 375 miljoen.
De regeling wordt wel op een aantal punten aangescherpt om oneigenlijk gebruik van de regeling te voorkomen. De regeling is vooral bedoeld om vakkrachten voor het bedrijf te behouden zodat het bedrijf bij het aantrekken van de economie snel weer over deze vakkrachten kan beschikken. Het feit dat werkgevers de regeling gebruikten voor al hun personeel was minister Donner een doorn in het oog.
De nieuwe regeling kent de volgende wijzigingen ten opzichte van de vorige regeling:

De duur is na de eerste periode van dertien weken niet langer twee maal te verlengen met 26 weken maar vier maal te verlengen met dertien weken. Beoogd effect is dat werkgevers een beter overwogen keuze zullen maken. Ook krijgt het UWV zo meer controlemogelijkheden. Bij elke verlenging moet een nieuwe aanvraag voor een WW-uitkering worden gedaan en het UWV toetst daarbij of de werkgever nog aan alle voor-waarden voor werktijdverkorting voldoet. Is dat niet het geval, dan bestaat geen recht op WW-uitkering. Langs een omweg toetst het UWV aldus of werkgevers voldoen aan de voorwaarden voor werktijdverkorting en de regeling correct toepassen.


Voortaan geldt een minimumduur voor de werktijdverkorting van 26 weken en eveneens een minimumduur van 20% van de arbeidstijd. Onbedoeld gebruik voor kortstondige of geringe vermindering van bedrijfsactiviteiten wordt zo tegengegaan. Als de werktijdverkorting na de eerste periode van dertien weken niet geheel of gedeeltelijk wordt verlengd, is de werkgever voor elke werknemer waarvoor de werktijdverkorting niet wordt verlengd aan het UWV een vergoeding verschuldigd ter hoogte van het be-drag van de verleende WW-uitkering. Die vergoeding is ook verschuldigd als bij de ver-lenging blijkt dat de werktijd uiteindelijk niet voor tenminste 20% is verkort. Bij de toe-passing van de werktijdverkorting moet de werkgever zich ten opzichte van het UWV schriftelijk verplichten tot het betalen van deze vergoeding. De verplichting tot betaling van deze vergoeding geldt dan ook niet voor gevallen waarin de oude regeling al wordt toegepast, omdat werkgevers zich dan nog niet tot betaling van een dergelijke vergoe-ding hebben verplicht. Bij de eerstvolgende verlenging gaat de verplichting wel gelden.


De regeling geldt niet voor werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens de periode van werktijdverkorting eindigt. Ook hier geldt dat de werkgever aan het UWV een vergoeding ter hoogte van het bedrag van de WW-uitkering verschuldigd is als niet aan deze voorwaarde wordt voldaan.


Naarmate de werkgever meer werknemers gebruik laat maken van deeltijd WW, wordt de totale duur korter. Bij minder dan 30% van de werknemers geldt de oorspronkelijke maximumduur van vijftien maanden. Bij 30-60% van de werknemers wordt de maxi-mumduur echter twaalf maanden en als meer dan 60% van de werknemers aan de rege-ling deelneemt wordt de maximumduur negen maanden.


Bij fraude wordt de deelname van de werkgever aan de regeling beëindigd. Alle ont-vangen WW-uitkeringen moeten worden terugbetaald. De werknemer die ten onrechte een uitkering heeft verkregen moet die uitkering terugbetalen. De werkgever moet ech-ter ook alle andere, mogelijk wel terecht ontvangen, uitkeringen terugbetalen. Als fraude geldt het werken tijdens uren waarmee de werktijd is verkort zonder daarvan opgave te doen maar ook het niet naleven van de scholingsafspraken die met de vakbond of de personeelsvertegenwoordiging zijn gemaakt


De schriftelijke afspraken met de vakbonden of personeelsvertegenwoordiging moeten aangeven welke scholing wordt gevolgd.


De afspraken over scholing kunnen ook inhouden dat werknemers waarvan de werktijd is verkort scholing geven aan stagiaires en werknemers die korter dan een jaar in dienst zijn, maar het aantal werknemers dat aldus scholing geeft mag niet groter zijn dan het aantal werknemers en stagiaires dat aldus scholing ontvangt.

Het voor de regeling beschikbare budget bedraagt € 950 miljoen.


Commentaar

Bij de stopzetting van de vorige regeling hebben wij er op gewezen dat deeltijd WW ook mogelijk is als met werknemers overeenstemming wordt bereikt over een gedeeltelijk ontslag. Die overeenstemming moet dan wel met elke afzonderlijke werknemer worden bereikt en gaat pas in na afloop van de opzegtermijn, maar de voorwaarden die zijn verbonden aan de Regeling deeltijd WW tot behoud van vakkrachten zijn dan niet van toepassing. Zeker nu die voor-waarden verder aangescherpt zijn is dat een belangrijk voordeel.