Betaling van genoten vakantiedagen nadat verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte is geëindigd

Betaling van genoten vakantiedagen nadat verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte is geëindigd
Datum: 10-06-2018
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2018 / 301
Vindplaats: Kantonrechter Zaanstad 18 januari 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:2766
Uitspraak

Een werknemer die langer ziek was dan 104 weken en om die reden geen recht meer had op loon, had wel recht op loon gedurende de vakantiedagen die hij in die periode wenste op te nemen.

Bij een glaszettersbedrijf werkte sinds 2005 een glaszetter, die in augustus 2013 ziek uitviel. In augustus 2015 eindigde de verplichting van de werkgever tot doorbetaling van loon tijdens ziekte wegens het bereiken van de maximale duur van 104 weken. De glaszetter komt dan niet in aanmerking voor een WIA-uitkering en aan hem wordt een WW-uitkering toegekend. De glaszetter vraagt daarna om vergoeding van niet opgenomen vakantiedagen, maar dat wordt door de werkgever geweigerd. Daarop besluit de glaszetter om de vakantiedagen op te nemen en hij vordert vervolgens loon over de wel opgenomen vakantiedagen. Ook dat wordt door de werkgever echter geweigerd met als argument dat de maximale periode van 104 weken waarin de werkgever tot doorbetaling van loon tijdens ziekte verplicht is, is verstreken. Per 1 februari 2017 zegt de glaszetter de arbeidsovereenkomst op. Kennelijk betaalt de werkgever de vakantiedagen ook dan nog niet uit, want in juli 2017 start de glaszetter een procedure bij de kantonrechter, waarin hij betaling van het loon gedurende de opgenomen vakantiedagen vordert.
De kantonrechter wijst de vordering van de glaszetter toe. Hij overweegt daartoe dat de werknemer volgens de wet tijdens zijn vakantie recht heeft op loon. Dat dit ook geldt voor de langdurig arbeidsongeschikte werknemer leidt de kantonrechter af uit de wetsgeschiedenis, waarin is gesteld dat vakantie ook voor arbeidsongeschikte werknemers een herstelfunctie heeft en dat arbeidsongeschikte werknemers daartoe vrij moeten kunnen worden gesteld van de verplichting tot het verrichten van passende arbeid en van andere re-integratieverplichtingen. Ook wijst de kantonrechter op jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgens welke uit de Europese Arbeidstijdenrichtlijn voortvloeit dat de betaling van loon tijdens vakantie vergelijkbaar moet zijn met de betaling van loon tijdens gewerkte periodes. De kantonrechter is daarom van mening dat het eindigen van de verplichting tot doorbetaling van loon tijdens ziekte niet in de weg staat aan de verplichting tot doorbetaling van loon tijdens vakantie.


Commentaar

De werkgever hoeft niet genoten vakantiedagen volgens de wet pas bij het einde van de arbeidsovereenkomst te vergoeden. Omdat de arbeidsovereenkomst met de werknemer niet eindigt als de periode van 104 weken eindigt waarin het loon tijdens ziekte moet worden doorbetaald, behoeft de werkgever de niet genoten vakantiedagen op dat moment nog niet te vergoeden. De werknemer kan de arbeidsovereenkomst op dat moment opzeggen en zo de betaling van niet genoten vakantiedagen afdwingen, maar dat betekent dat hij op de arbeidsovereenkomst ook geen beroep meer kan doen als hij geheel of gedeeltelijk herstelt of als er binnen het bedrijf van de werkgever voor hem mogelijkheden ontstaan om passende arbeid te verrichten. Bovendien loopt de werknemer dan de transitievergoeding mis die de werkgever hem moet betalen als de werkgever de arbeidsovereenkomst wil beëindigen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Omdat werkgevers er vaak niet voor voelen om die transitievergoeding te betalen, zeggen zij de arbeidsovereenkomst in de praktijk vaak niet op, waardoor “slapende dienstverbanden” ontstaan. Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel aanhangig dat regelt dat werkgevers bij ontslag van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid recht hebben op compensatie van de transitievergoeding door het UWV, welk wetsvoorstel een einde moet maken aan de slapende dienstverbanden. Dat wetsvoorstel treedt echter op zijn vroegst pas in 2020 in werking. Zeker tot die tijd, en mogelijk ook nog daarna, zullen er werkgevers zijn die de arbeidsovereenkomst met de langdurige arbeidsongeschikte werknemer niet opzeggen, maar slapend houden. In dat geval zijn zij ook de vergoeding wegens niet genoten vakantiedagen vooralsnog niet verschuldigd. Het vonnis van de kantonrechter toont echter aan dat de werknemer dan toch de waarde van de vakantiedagen kan verzilveren, door vakantie op te nemen en uitbetaling te vragen van de wel genoten vakantiedagen.