Bonusregeling ook van toepassing bij niet ontslaan arbeidsongeschikte werknemer

Bonusregeling ook van toepassing bij niet ontslaan arbeidsongeschikte werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1998 / 20
Vindplaats: Zie: Centrale Raad van Beroep 8 januari 1998, RSV 1998/115
Uitspraak

De heer J. had een eenmanszaak. Begin 1993 was de financiële positie van de heer J. zodanig slecht dat hij voor het totale personeel (10 werknemers) ontslagvergunning vroeg en kreeg. Per 1 juli 1993 begint de zoon van de heer J. een nieuwe B.V. die een gedeelte van de activiteiten van de eenmanszaak van de heer J. voortzet. Deze B.V. nam twee werknemers van de eenmanszaak van de heer J. in dienst, waaronder de gedeeltelijk arbeidsongeschikte heer E. Voor de heer E. werd een bonusuitkering aangevraagd, maar deze werd door GAK Nederland B.V. geweigerd omdat sprake was van de overgang van (een gedeelte van) een onderneming als bedoeld in de artikelen 7:662 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, waardoor de heer E. van rechtswege in dienst van de B.V. was gekomen. Van het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst (een vereiste voor de bonusuitkering) was daardoor geen sprake. Als de B.V. tegen dit besluit in beroep gaat, krijgt zij van de rechtbank in eerste instantie nul op het request. Maar in hoger beroep beslist de Centrale Raad van Beroep anders. Weliswaar is sprake van de overgang van een onderneming en dus niet van een nieuwe arbeidsovereenkomst. Maar omdat de arbeidsovereenkomst met de heer E. al was opgezegd en de heer E. vervolgens juist in dienst genomen was vanwege zijn moelijke positie op de arbeidsmarkt als oudere, gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer, vindt de Centrale Raad van Beroep dat de bonusuitkering toch moet worden toegekend. Gelet op het doel van de bonusuitkering moet het besluit om de opzegging in te trekken worden gezien als het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst.


Commentaar

Voor de toekenning van de bonusuitkering was in dit geval doorslaggevend dat de arbeidsongeschikte werknemer eigenlijk al ontslagen was. Dat in feite sprake was van een doorlopende arbeidsovereenkomst zodat het ontslag eigenlijk niet in de haak was (ook al had de B.V. dat zelf niet direct in de gaten) werd daarbij "door de vingers gezien".