Dubbel dienstverband leidt tot overtreding van de Arbeidstijdenwet

Dubbel dienstverband leidt tot overtreding van de Arbeidstijdenwet
Datum: 29-01-2017
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2017 / 280
Vindplaats: Kantonrechter Rotterdam 9 januari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:537
Uitspraak

De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst van een werkneemster die twee dienstverbanden had, omdat de arbeidsduur van de twee dienstverbanden tezamen meer bedroeg dan het maximum aantal uren per week dat een werknemer op grond van de Arbeidstijdenwet mag werken.

De werkneemster werkte sinds 2008 bij een zorginstelling. Zij werkte in een flexpool op basis van een nulurencontract en had bij indiensttreding aangegeven voornamelijk in de avonden, de weekenden en tijdens de feestdagen te willen werken, in verband met een parttime dienstverband bij een andere werkgever. De werkgever had daar steeds zoveel mogelijk rekening mee gehouden. De arbeidsplaats van de werkneemster was bij een reorganisatie komen te vervallen. Zij was daarbij herplaatst in een nieuwe functie gedurende 23 uur per week. Partijen hebben vervolgens overlegd om een oplossing te vinden die er toe zou leiden dat de dienstverbanden van de werkneemster bij beide werkgevers zodanig op elkaar zouden aansluiten, dat de Arbeidstijdenwet niet zou worden geschonden, maar dat overleg had niet tot een oplossing geleid. De werkgever verzoekt daarop de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De kantonrechter oordeelt dat voortzetting van het dienstverband een schending van de Arbeidstijdenwet met zich mee zou brengen en ziet daarin een reden de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Het feit dat de werkgever reeds vanaf de aanvang van het dienstverband bekend was met het dienstverband elders en het feit dat de Arbeidstijdenwet wellicht reeds eerder was geschonden, maakt dat volgens de kantonrechter niet anders. De werkgever had gesteld dat de werkneemster daarbij geen recht zou hebben op de transitievergoeding, omdat zij ernstig verwijtbaar zou hebben gehandeld door onvoldoende mee te werken aan een oplossing voor de ontstane situatie, maar van ernstige verwijtbaarheid van de werkneemster is volgens de kantonrechter geen sprake. De werkgever moest dus de transitievergoeding betalen.


Commentaar

De arbeidsovereenkomst is ontbonden op de “h-grond”, dat is de “restgrond” die inhoudt dat de arbeidsovereenkomst ook kan worden ontbonden als van de eerste zeven wettelijke gronden geen sprake is, maar wel van een andere grond die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat deze grond zeer terughoudend moet worden toegepast maar de kantonrechter is van mening dat voortzetting van een arbeidsovereenkomst die in strijd zou zijn met de wet, daaronder valt.
De Arbeidstijdenwet staat een maximale arbeidsduur toe van (gemiddeld) 48 uur per week. Op werknemers die tenminste drie maal het minimumloon verdienen is dit maximum echter niet van toepassing.