Eigen risicodragen WAO wordt snel interessanter!

Eigen risicodragen WAO wordt snel interessanter!
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 1999 / 30
Vindplaats: Zie: Persbericht Lisv d.d. 8 juli 1999, Internetsite Lisv
Uitspraak

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) heeft de premies bekend gemaakt, die (indien de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid daarmee instemt) in 2000 zullen gaan gelden voor (onder meer) de WAO. Het persbericht van het Lisv begint met de mededeling dat de WAO-premie in 2000 lager zal zijn.Dat is inderdaad juist voor het percentage van de basispremie, die zal worden verlaagd van 6,95% naar 6,15%. Daarbij moet echter worden bedacht dat in de inloopfase van de wet Pemba (tot 2003) een gefaseerde verlaging van het percentage van de basispremie voorzien was, tegenover een gefaseerde verhoging van de gedifferentieerde premie, doordat steeds minder kortlopende (dat wil zeggen: korter dan 5 jaar lopende) WAO-uitkeringen dateren van vóór de invoeringsdatum van de wet Pemba (1 januari 1998), zodat steeds minder kortlopende uitkeringen uit de basispremie, en steeds meer kortlopende WAO-uitkeringen uit de gedifferentieerde premie, betaald zouden worden. Het beeld van verlaging van de WAO-premie klopt ook nog als de basispremie wordt opgeteld bij het rekenpercentage, dat de grondslag vormt voor de berekening van de gedifferentieerde premie (die immers bestaat uit: het rekenpercentage +/- de opslag of korting x de (tijdelijke) correctiefactor). Het totaal van basispremie en rekenpercentage wordt dan verlaagd van 6,95% + 0,85% = 7,8% naar 6,15% + 1,54% = 7,69%. Goed nieuws en voor ondernemers weinig reden voor ongerustheid, zou men kunnen veronderstellen. Het positieve beeld verandert echter al, als men bedenkt dat met name de zogenaamde “kleine” werkgevers (voor 2000 zouden dat volgens de gegevens van het Lisv zijn: werkgevers die in 1998 een loonsom hadden van ƒ 706.500 of minder) in de praktijk óf de mini-mum- óf de maximumpremie betalen. Zij die de minimumpremie betalen zijn in 2000 nog beter af: basispremie + minimum gedifferentieerde premie zijn in 2000 lager dan in 1999: 6,95% + 0,77 % = 7,72% in 1999 tegen 6,15% + 1,24% = 7,39 % in 2000. Kleine werkgevers voor wie de gedifferentieerde WAO-premie in 2000 verhoogd wordt, doordat in de jaren 1994 tot en met 1998 een (ex-) werknemer die op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid bij de werkgever in dienst was, een WAO-uitkering ontving, betalen in de praktijk al heel gauw de maximumpremie. Deze zal in 2000 hoger zijn dan in 1999: 6,15% + 4,17% = 10,32% in 2000 tegen 6,95% + 2,43% = 9,38% in 1999. Grote werkgevers zijn in 2000 in elk geval slechter af dan in 1999. Indien zij de maximumpremie betalen, betalen zij in 2000 6,15% + 5,56% = 11,71% aan WAO-premie tegen 6,95% + 3,24% = 10,19% in 1999. Voor kleine werkgevers geldt geen minimumpremie, maar doordat de korting op het rekenpercentage in de overgangsfase slechts nog voor een gedeelte aan de individuele werkgever wordt toegerekend, moet toch nog een deel gedifferentieerde premie betaald worden. In 1999 was dat deel (bestaande uit het rekenpercentage verminderd met de korting, welke korting bestond uit het individuele werkgeversrisicopercentage verminderd met het landelijke werkgeversrisicopercentage en vervolgens vermenigvuldigd met de correctiefactor) 0,85% - ((0% - 1,35%) x 0,45 =) 0,60% = 0,25%. In 2000 bedraagt de uitkomst van deze rekensom: 1,54% - ((0% - 1,43%) x 0,61 =) 0,87% = 0,67%. Wat bij al deze berekeningen echter niet uit het oog verloren mag worden, is dat eigen risicodragers wel profiteren van de verlaging van de basispremie (van 6,95% naar 6,15% per 1 januari 2000, met verdere verlagingen per 1 januari 2001, 1 januari 2002 en 1 januari 2003), zonder dat voor hen de verhoging van de gedifferentieerde premie van belang is, omdat zij deze premie als eigen risicodrager niet behoeven te betalen. In plaats daarvan betalen zij een particuliere verzekeringspremie die, door een ander financieringssysteem, geen overgangsfase met op voorhand voorzienbare jaarlijkse premieaanpassingen kent. De verhoging van de gedifferentieerde premie betekent dat eigen risicodragen elk jaar voor steeds meer werkgevers interessant wordt. Dat geldt te meer als men het tempo van de stijging van de gedifferentieerde WAO-premie beziet. Deze is veel hoger dan door de regering bij de invoering van de wet Pemba voorzien. Destijds ging men uit van verhoging van de WAO-premie volgens onderstaand schema:jaar reken- min.- max.- max.- percen- premie premie premie tage (klein) (klein) (groot)1998 0,21% 0,17% 0,59% 0,79%1999 0,60% 0,50% 1,74% 2,32%2000 0,96% 0,81% 2,77% 3,69%2001 1,28% 1,08% 3,71% 4,95%2002 1,57% 1,33% 4,57% 6,09%2003 1,71% 1,45% 4,98% 6,64%De feitelijke premies zijn echter vastgesteld als volgt:jaar reken- min. max. max. percen- premie premie premie tage (klein) (klein) (groot)1998 0,30% 0,22% 0,84% 1,12%1999 0,85% 0,77% 2,43% 3,24%2000 * 1,54% 1,24% 4,17% 5,56%(* advies Lisv)Het is duidelijk dat de stijging van de gedifferentieerde WAO-premie veel sneller gaat dan bij invoering van de wet Pemba door de regering voorzien. In 1999 was het rekenpercentage met 0,85% al 41,66% hoger dan de 0,60% die door de regering was voorzien. In 2000 zal het rekenpercentage (indien het advies van het Lisv wordt gevolgd) met 1,54% maar liefst 60,41% hoger zijn dan de 0,96% die door de regering was voorzien. Als men beziet hoe slecht de begeleiding van arbeidsongeschikte werknemers tijdens het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid en de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers in de praktijk momenteel functioneert, lijkt de verwachting gerechtvaardigd dat er de komende jaren nog wel de nodige nieuwe WAO-uitkeringen extra zullen bijkomen, zodat de stijging van de gedifferentieerde WAO-premie nog wel even zal aanhouden. Zelfs indien de stijging van de groei van de gedifferentieerde WAO-premie beperkt blijft tot de 60% die nu al gehaald is, betekent dit dat de gedifferentieerde WAO-premie voor kleine werkgevers in de eindfase (in 2003) niet varieert tussen 1,45% (minimum) en 4,98% (maximum), maar tussen ± 2,32% (minimum) en ± 7,96%. Bij dergelijke premiepercentages is echter de mogelijkheid van eigen risico dragen al heel gauw interessant!


Commentaar

Wie de mogelijkheid van eigen risicodragen voor het jaar 2000 wil onderzoeken, dient er rekening mee te houden dat de aanvraag hiervoor vóór 1 oktober 1999 moet worden ingediend. Tevoren zullen dan offertes dienen te worden gevraagd bij particuliere verzekeringsmaatschappijen. Werkgevers van wie in de jaren 1994-1998 al aan (ex-) werknemers een WAO-uitkering is toegekend, dienen daarbij rekening te houden met het feit dat zij de na 1 januari 1998 ingegane WAO-uitkeringen zelf dienen te blijven betalen. Omdat dit risico in feite onverzekerbaar is (“brandend huis”) is eigen risicodragen voor hen in feite niet meer mogelijk. Omdat het risico dat in de toekomst aan een (ex-) werknemer een WAO-uitkering wordt toegekend in feite voor elke werkgever dreigt, is het zaak een eventuele overstap naar eigen risicodragen (ook indien die voor de werkgever pas op termijn interessant zou zijn) zo snel mogelijk te doen. Daar staat tegenover dat de werkgever bij eigen risicodragen wordt bevrijd van negatieve gevolgen van vóór 1 januari 1998 aan (ex-) werknemers toegekende WAO-uitkeringen. Omdat deze uitkeringen uit de basispremie worden betaald, behoeven deze bij eigen risicodragen niet mee overgenomen te worden, terwijl deze uitkeringen niet of nauwelijks invloed hebben op de te betalen particuliere verzekeringspremie.