Geen gedeeltelijke ontbinding arbeidsovereenkomst van gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer

Geen gedeeltelijke ontbinding arbeidsovereenkomst van gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 178
Vindplaats: Kantonrechter Sittard-Geleen 4 maart 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BL6533
Uitspraak

Bij een bibliotheek werkt een werknemer die al sinds 1995 arbeidsongeschikt is wegens enkelklachten. De arbeidsduur is in overleg al een aantal malen aangepast en vanaf 1998 werkt de werknemer nog 19,8 uur. Op 6 juni 2007 valt de werknemer weer uit wegens ziekte en vanaf 25 juni 2007 verricht hij aangepaste werkzaamheden gedurende drie uur per week. De werknemer wil niet meewerken aan re-integratie in passende arbeid bij een andere werkgever. De werkgever wil de arbeidsovereenkomst daarom terugbrengen naar drie uur per week. Om die reden vraagt hij een ontslagvergunning aan bij UWV WERKbedrijf, maar als de werkgever verneemt dat die vanwege het feit dat er passende arbeid (de drie uur per week) bij de werkgever is een ontslagvergunning toch niet zal worden verleend, trekt de werkgever deze aanvraag weer in. In plaats daarvan vraagt de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Daarbij biedt de werkgever de werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst aan voor drie uur per week in passende arbeid, met behoud van anciënniteit en arbeidsvoorwaarden. De werknemer verzet zich tegen het ingediende ontbindingsverzoek. Hij wijst er op dat de ontbindingsprocedure niet de geëigende weg is, dat het UWV daarbij niet geraadpleegd kan worden en dat het UWV nog moet toetsen of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft gedaan, bij gebreke waarvan een loonsanctie zal worden opgelegd en de ontslagbescherming van de werknemer automatisch zal worden verlengd.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst niet. Hij stelt dat het er in wezen om gaat de arbeidsovereenkomst terug te brengen van 19,8 naar drie uur in verband met een complexe re-

integratie- en herplaatsingsproblematiek. Daarvoor is de ontbindingsprocedure volgens de kantonrechter niet bedoeld. Voor ontbinding moet er een verandering van omstandigheden zijn die het noodzakelijk maakt de arbeidsovereenkomst dadelijk of na korte tijd te beëindigen. Het ontgaan van de beleidsregel van UWV WERKbedrijf dat geen toestemming voor deeltijdontslag wordt gegeven is geen gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst er ook op dat de ontbindingsprocedure een summiere procedure is zonder hoger beroep en dat inwilliging van het verzoek zou betekenen dat aan het stelsel van ontslagbescherming en sociale zekerheid zou worden getornd.


Commentaar

De kantonrechter is niet rechtstreeks gebonden aan het opzegverbod tijdens ziekte, omdat een ontbinding nu eenmaal geen opzegging is. De wet verplicht de kantonrechter wel om zich er van te vergewissen of de ontbindingsprocedure niet wordt gebruikt om het opzegverbod te ontwijken. Is er een andere reden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst dan de ziekte (bijvoorbeeld een verstoorde arbeidsverhouding) dan ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst doorgaans wel. Maar in dit geval was de ziekte zelf de enige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het uitspreken van de ontbinding zou inderdaad betekend hebben dat het hele stelsel van bescherming van de zieke werknemer omzeild zou worden. Het is te begrijpen dat de kantonrechter daar niet aan mee wilde en kon werken.