Hoge billijke vergoeding als afschrikwekkend voorbeeld voor werkgever(s)

Hoge billijke vergoeding als afschrikwekkend voorbeeld voor werkgever(s)
Datum: 29-01-2017
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2017 / 280
Vindplaats: Kantonrechter Assen 19 december 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5584
Uitspraak

Een ziekenhuis moest aan een apotheker een ontslagvergoeding betalen omdat de kantonrechter van mening was dat de verstoring van de arbeidsverhouding geheel aan de werkgever te wijten was. De vergoeding werd hoog vastgesteld als afschrikwekkend voorbeeld voor de werkgever en andere werkgevers.

De apotheker werkte bij het ziekenhuis als leidinggevende van de vakgroep van apothekers die aan het ziekenhuis waren verbonden. In juni 2015 geeft de vakgroep te kennen dat zij geen vertrouwen meer heeft in de apotheker als leidinggevende. Uit een gesprek tussen een afvaardiging van de vakgroep en de Raad van Bestuur blijkt dat het vertrouwen in de apotheker als leidinggevende is opgezegd, maar dat geen kritiek bestond op zijn kwaliteiten als collega en apotheker en dat er ook niet een acuut onwerkbare situatie was. Het aanstellen van een begeleider leidt er slechts toe dat de vakgroep opnieuw uitspreekt geen vertrouwen te hebben in de apotheker als leidinggevende. Vanaf 28 januari 2016 verricht de apotheker in overleg geen werkzaamheden meer. Op 21 maart 2016 geeft de vakgroep vervolgens te kennen dat zij vertrek van de apotheker als enige mogelijkheid ziet. Nu is er echter ook kritiek op zijn functioneren als apotheker. De Raad van Bestuur adviseert de vakgroep dan om een procedure te starten die is ingesteld voor het geval van het mogelijk disfunctioneren van een medisch specialist. Die procedure leidt tot de conclusie dat er onvoldoende onderbouwing is voor het disfunctioneren van de apotheker en dat de procedure op oneigenlijke gronden is gestart. De apotheker verklaart zich nog bereid om zijn leidinggevende taken neer te leggen, maar het ziekenhuis dient een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in, stellend dat de werknemer disfunctioneert en dat de arbeidsverhouding verstoord is.
De kantonrechter is van mening dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst opleveren, maar ontbindt de arbeidsovereenkomst toch omdat de werknemer erkent dat de arbeidsverhouding ernstig verstoord is. Deze verstoring is naar het oordeel van de kantonrechter echter geheel te wijten aan de werkgever. Van disfunctioneren is volgens de kantonrechter niet gebleken. De arbeidsverhouding is verstoord doordat de Raad van Bestuur “onderonsjes” heeft gehouden met de vakgroep. De kantonrechter is van mening dat de werkgever naast een transitievergoeding van bijna € 45.000 een billijke vergoeding moet betalen van € 125.000, omdat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De billijke vergoeding wordt zo hoog vastgesteld omdat de kantonrechter het bijzonder kwetsend acht dat de apotheker kort voor zijn pensionering en na lange tijd zonder klachten te hebben gefunctioneerd, in een situatie wordt gebracht waarin ontbinding van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk is. De hoogte van de transitievergoeding geldt volgens de kantonrechter ook als een waarschuwing aan de werkgever en aan andere werkgevers om in situaties zoals deze zorgvuldiger om te gaan met de belangen van een individuele werknemer.


Commentaar

Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de billijke vergoeding die een werkgever aan een werknemer moet betalen in geval van ernstig verwijtbaar gedrag ook een element bevat dat werkgevers ervan moet weerhouden om zich als slecht werkgever te gedragen. De vergoeding heeft daarmee ten dele ook het karakter van een straf.