In werking getreden wetsvoorstellen

In werking getreden wetsvoorstellen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2004 / 85
Vindplaats: Wetten van 19 december 2003, Staatsblad 2003, nummer 555, respectievelijk 546 en 557, Koninklijke Besluiten van 19 december 2003, Staatsblad 2003, nummer 556, respectievelijk 547 en 558
Uitspraak

Op 19 december 2003 heeft de Eerste Kamer een aantal wetsvoorstellen aangenomen, die wij in eerdere uitgaven van Arbeidsrecht Actueel van eind 2003 al hebben beschreven.

Allereerst is de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 in werking getreden. De wet verplicht werkgevers om werknemers die na 1 januari 2004 ziek worden niet 52 maar 104 weken het loon door te betalen, en brengt daarnaast een aantal wijzigingen aan op de eerder in werking getreden Wet verbetering Poortwachter.
Op de tweede plaats is de vervolguitkering in de WW afgeschaft. Werknemers die op of na 11 augustus 2003 (de datum waarop het wetsontwerp bij persbericht bekend werd gemaakt) werkloos zijn geworden, hebben na het einde van de loongerelateerde WW-uitkering (ter grootte van 70% van het laatstgenoten loon) geen recht meer op de vervolguitkering (ter grootte van 70% van het wettelijk minimumloon). Als de opzegging van de arbeidsovereenkomst voor die datum heeft plaatsgevonden of als de kantonrechter voor die datum de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden, bestaat nog wel recht op vervolguitkering.

Tenslotte is de Wet premievrijstelling bij in dienst nemen en houden van oudere werknemers eveneens per 1 januari 2004 in werking getreden. Deze wet komt in de plaats van een oorspronkelijk wetsontwerp, waarbij de regering de werkgever een bijdrage wilde laten betalen in de WW-uitkering van oudere werknemers. De vrijstelling geldt voor de WAO-basispremie (in 2004: 5,1%) ten aanzien van werknemers die bij de indiensttreding 50 jaar of ouder zijn, en ten aanzien van werknemers die voor hun 50ste in dienst zijn genomen, maar 55 jaar of ouder zijn.


Commentaar

Van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 zijn twee onderdelen nog niet in werking getreden. Het betreft dan allereerst de verplichting van de werkgever om aan de werknemer een kopie te verstrekken van de aangifte van arbeidsongeschiktheid, die de werkgever na 13 weken bij het UWV moet doen. Ook nog niet in werking getreden is de sanctie betreffende het verhaal door het UWV op de werkgever van op grond van de Ziektewet door het UWV uitbetaald ziekengeld, welke sanctie geldt indien uit het (bij het einde van de arbeidsovereenkomst door de werkgever in te dienen) reïntegratieverslag blijkt, dat de werkgever onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft gepleegd. Deze sanctie zou worden ingevoerd omdat verlenging van de loondoorbetalingsverplichting in dat geval niet mogelijk is, vanwege het feit dat de arbeidsovereenkomst al geëindigd is. Het reïntegratieverslag moet in dit geval worden ingediend samen met de aangifte van arbeidsongeschiktheid die de werkgever uiterlijk op de laatste werkdag van de werknemer moet doen, maar uitsluitend in die gevallen waarin de arbeidsongeschiktheid op de laatste werkdag tenminste zes weken heeft geduurd. Door een nieuwe sanctie tot verhaal van ziekengeld in te voeren, beoogt de wetgever ook die werkgever, die weet dat de arbeidsovereenkomst eindigt voordat de werknemer een WAO-uitkering gaat aanvragen (en dus voordat verlenging van de loondoorbetalingsverplichting aan de orde kan komen), middels bedreiging met een sanctie aan te zetten tot het plegen van voldoende reïntegratie-inspanningen.