Niet melden van zwangerschap bij sollicitatie reden voor vernietiging arbeidsovereenkomst

Niet melden van zwangerschap bij sollicitatie reden voor vernietiging arbeidsovereenkomst
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2000 / 42
Vindplaats: Zie kantonrechter Amsterdam 27 april 1999 en 25 februari 2000, JAR 2000/155
Uitspraak

Mevrouw E. is sinds 3 april 1998 bij de Stichting Riagg in dienst als secretaresse. Aanvankelijk werkt zij via een uitzendbureau, vanaf 1 mei 1998 echter op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Op 8 mei 1998 meldt mevrouw E. bij haar teamleidster zwanger te zijn. Op 13 mei 1998 laat Riagg mevrouw E. echter in een buitengerechtelijke verklaring weten dat zij de arbeidsovereenkomst vernietigt, omdat zij geen arbeidsovereenkomst zou zijn aangegaan als zij geweten zou hebben dat mevrouw E. zwanger was. Riagg voert daartoe aan dat zij tijdens de sollicitatie uitdrukkelijk heeft laten weten dat de voortdurende aanwezigheid van mevrouw E. tijdens de zomermaanden voor haar van groot belang was, terwijl in deze periode juist het zwangerschapsverlof zou vallen. Riagg betaalt het salaris vanaf mei 1998 niet meer en mevrouw E. vordert dit loon in een procedure bij de kantonrechter.
De kantonrechter oordeelt dat de zwangerschap geen reden kan zijn het dienstverband te beëindigen. Zo is opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens zwangerschap verboden en is een beding met die strekking in de arbeidsovereenkomst nietig. Maar volgens de kantonrechter liggen de kaarten anders als mevrouw E. voor het aangaan van de arbeidsovereenkomst zou hebben geweten dat zij gedurende de zomermaanden beschikbaar zou dienen te zijn en dat de arbeidsovereenkomst pas zou zijn gesloten na een mededeling van mevrouw E. dat zij beschikbaar was. Mevrouw E. heeft Riagg misleid als zij op dat moment haar zwangerschap bewust heeft verzwegen en in dat geval kan Riagg de arbeidsovereenkomst vernietigen wegens dwaling bij de totstandkoming daarvan. De kantonrechter draagt Riagg eerst op het bewijs te leveren van het feit dat mevrouw E. wist dat zij in de zomermaanden beschikbaar moest zijn en acht Riagg na het horen van getuigen in dit bewijs geslaagd. De arbeidsovereenkomst is daarmee terecht door Riagg vernietigd, maar Riagg moet wel het salaris van 1 tot 8 mei 1998 betalen.


Commentaar

De ontslagbescherming van de zwangere werkneemster gaat ver. Het verbod van ongelijke behandeling van mannen en vrouwen maakt bijvoorbeeld dat de werkgever tijdens een sollicitatiegesprek niet mag vragen of de aspirant-werkneemster zwanger is. Om die reden blijft zelfs een gelogen antwoord van de werkneemster op de vraag van de werkgever in de praktijk wel onbestraft. In dit geval was de vraag echter niet of de werkneemster zwanger was, maar of zij in de zomermaanden beschikbaar was, nu dit voor de werkgever van cruciaal belang was. Toen de werkgever vervolgens niet greep naar een arbeidsrechtelijk instrument (ontslag), maar naar een meer algemeen verbintenisrechtelijk argument (dwaling bij de totstandkoming van de overeenkomst) zodat de bescherming van de zwangere werkneemster ook in mindere mate een rol speelde, was er voor de kantonrechter kennelijk voldoende vrijheid om de loonvordering van de werknemer af te wijzen.