Niet verlengen van arbeidsovereenkomst als gevolg van zwangerschap

Niet verlengen van arbeidsovereenkomst als gevolg van zwangerschap
Datum: 21-01-2018
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2018 / 294
Vindplaats: Kantonrechter Roermond 13 december 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:12124
Uitspraak

Een werkgever moet schadevergoeding aan een werkneemster betalen omdat de werkgever de arbeidsovereenkomst niet heeft verlengd wegens de zwangerschap van de werkneemster.

Bij een groothandel in wenskaarten was sinds 1 oktober 2015 een werkneemster in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst van zeven maanden. Deze arbeidsovereenkomst wordt vervolgens met nog eens zeven maanden verlengd, maar als deze termijn op 30 november 2016 is verstreken wordt geen nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden. De werkneemster stelt dat dat is omdat zij toen zwanger was en vordert bij de kantonrechter schadevergoeding: ruim € 37.000 bruto wegens materiële schade en € 5.000 wegens immateriële schade. De werkgever ontkent dit en stelt dat de reden van het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst aan het functioneren van de werkneemster te wijten was en dat het besluit om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen al was genomen voordat bekend werd dat de werkneemster zwanger was.
Als bewijs van haar stelling dat zwangerschap voor de werkgever de reden is geweest om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen overlegt de werkneemster een geluidsopname die zij stiekem heeft gemaakt van een gesprek met de werkgever. Dit gesprek is in Limburgs dialect gevoerd, maar de werkneemster overlegt ook een “transcriptie in de Nederlandse taal”. De werkgever voert aan dat het onbehoorlijk is dat de werkneemster een gesprek onaangekondigd opneemt en stelt dat de werkneemster het gesprek naar de zwangerschap heeft gestuurd en de werkgever heeft overvallen door daarover een uitspraak van de werkgever te vragen.
De kantonrechter leidt uit de transcriptie af dat de zwangerschap de belangrijkste reden is geweest om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Dat het functioneren van de werkneemster de reden zou zijn geweest om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen is volgens de kantonrechter onjuist omdat de werkgever in het gesprek voorstelt de werkneemster na meer dan een half jaar weer opnieuw in dienst te nemen. Daarom staat volgens de kantonrechter vast dat de werkgever onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij schadevergoeding moet betalen.
Onder verwijzing naar een vonnis van de kantonrechter te Zwolle had de werkneemster inkomensschade over een periode van vijf jaar gevorderd plus € 5.000 wegens vergoeding van immateriële schade. De kantonrechter volgt echter niet de stelling van de werkneemster dat zij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou hebben gekregen. Gelet op hetgeen de werkgever tijdens het opgenomen gesprek heeft gezegd gaat de kantonrechter uit van het aanbieden van een derde arbeidsovereenkomst voor de duur van zeven maanden. De schadeplichtigheid van de werkgever betekent daardoor dat de werkgever het verschil moet betalen tussen de uitkering van de werknemer en het loon dat zij tijdens deze zeven maanden bij de werkgever zou hebben genoten. Uit de eigen stellingen van de werkneemster leidt de kantonrechter vervolgens af dat de werkneemster netto meer genoten heeft aan uitkering dan zij als loon zou hebben ontvangen, zodat uiteindelijk geen inkomensschade wordt toegewezen. De gevorderde immateriële schadevergoeding van € 5.000 wordt door de kantonrechter beperkt tot € 1.000 omdat volgens de kantonrechter duidelijk is dat de uitkomst van het gesprek anders zou zijn geweest als de werkneemster vooraf had medegedeeld wat zij met de werkgever wenste te bespreken. De manier waarop de werkneemster bewijs van haar stellingen heeft gekregen is volgens de kantonrechter in de gegeven situatie echter toelaatbaar.


Commentaar

Een werkgever is in beginsel vrij om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet te verlengen, maar de werkgever die dat niet doet vanwege de zwangerschap van de werkneemster handelt in strijd met het wettelijke verbod tot het maken van onderscheid tussen mannen en vrouwen. Daardoor werd de werkgever verplicht tot vergoeding van de schade die de werkneemster had geleden als gevolg van het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst. Hoe het vervolgens kan zijn dat de werkneemster netto meer ontving aan uitkering dan zij als loon zou hebben ontvangen is onduidelijk, maar op dat punt had de werkgever over geluk niet te klagen.
Doorgaans blijven vorderingen van werkneemsters op dit punt steken wegens gebrek aan bewijs, maar de in het geheim gemaakte geluidsopname van het gesprek gaf de werkneemster in dit geval wel bewijs. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat onrechtmatig verkregen bewijs in een civiele procedure als bewijs toelaatbaar is, zodat de overweging van de kantonrechter dat het opnemen van het gesprek in dit geval toelaatbaar was voor het bewijs niet eens ter zake doet.