Nietig ontslag op staande voet wegens niet-naleven controlevoorschriften

Nietig ontslag op staande voet wegens niet-naleven controlevoorschriften
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2006 / 122
Vindplaats: Gerechtshof
Uitspraak

Een werknemer is op 17 maart 2003 voor onbepaalde tijd in dienst getreden als stratenmaker. Op 8 april 2003 heeft de werknemer niet gewerkt. Zijn werkgever waarschuwt hem schriftelijk dat hij zich voortaan tijdig ziek moet melden in plaats van zonder opgaaf van redenen niet op het werk te verschijnen. Bij brief van 10 april 2003 heeft de werkgever de werknemer gewaarschuwd omdat hij bij een controle door de arbodienst op 9 april 2003 niet thuis is.

Van 28 mei 2003 tot en met woensdag 4 juni 2003 geniet de werknemer verlof, waarna hij zich op 5 juni 2003 ziek meldt. Op 6 juni 2003 wordt de werknemer door de controleur van de arbodienst niet thuis aangetroffen. De werkgever stuurt een schriftelijke waarschuwing dat de werknemer zich moet houden aan de controlevoorschriften ziekteverzuim met de mededeling dat bij een volgende overtreding ontslag op staande voet zou volgen. Op 10 juni 2003 bericht de werkgever dat de loondoorbetaling wordt opgeschort omdat de werknemer zich niet aan de controlevoorschriften ziekteverzuim houdt. Op 20 juni 2003 bezoekt de werknemer het spreekuur van de arbodienst echter alsnog en hij wordt dan arbeidsongeschikt bevonden.

Bij brief van 2 juli 2003 ontslaat de werkgever de werknemer op staande voet omdat hij op bepaalde, in de controlevoorschriften ziekteverzuim voorgeschreven tijden, niet thuis was waardoor hij de hele dag voor de werkgever niet bereikbaar was. Op 3 en 16 juli 2003 wordt de werknemer nog door de bedrijfsarts onderzocht en arbeidsongeschikt bevonden.

De werknemer roept de nietigheid van het ontslag op staande voet in en de werkgever vraagt en krijgt een ontslagvergunning "voor zover vereist", waarna de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2003 wordt opgezegd. Van die opzegging roept de werknemer weer de nietigheid in, in verband met het opzegverbod tijdens ziekte. De werkgever vraagt daarop de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst "voor zover vereist" te ontbinden, hetgeen de kantonrechter doet per 15 december 2003 onder toekenning van een vergoeding van € 1.250 bruto.

De werknemer vordert dan loonbetaling van 5 juni 2003 tot 15 december 2003, maar de kantonrechter wijst die vordering toegewezen tot 2 juli 2003 (de dag van het ontslag op staande voet). In hoger beroep moet het Gerechtshof aldus oordelen over de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet.

Met betrekking tot de verwijten die de werkgever aan de werknemer maakt ter zake van de overtreding van de controlevoorschriften ziekteverzuim, oordeelt het gerechtshof dat een aantal verwijten terecht wordt gemaakt, maar ook dat een aantal overtredingen niet als ernstig kan worden gekwalificeerd. Voor een ontslag op staande voet is dat echter geen reden, omdat de werknemer uiteindelijk toch ziek was en hij niet zijn reïntegratie heeft belemmerd.


Commentaar

Controlevoorschriften ziekteverzuim dienen om vast te stellen of de werknemer ziek is en of hij derhalve ook recht op loon heeft als hij niet werkt. Als dat vast komt te staan, heeft de werknemer recht op loon, ook als hij de controlevoorschriften ziekteverzuim heeft overtreden. Op overtreding van die voorschriften is bij de wet slechts opschorting van loondoorbetaling als sanctie gesteld (welke opschorting eveneens eindigt, zodra het recht op loon vast komt te staan, zodat het loon dan alsnog moet worden betaald) en uit de wetsgeschiedenis blijkt dat ontslag op staande voet een te ver gaande sanctie is. Hoewel kantonrechters een ontslag op staande voet soms toch honoreren, bergt een dergelijk ontslag dus een hoog risico in zich. De werkgever kan daar dus maar beter van af zien, ook in een geval als het onderhavige, waarin de werknemer de werkgever "het bloed onder de nagels uithaalt".