Onrechtmatig gebruik door werkgever van privé E-mail van werknemer

Onrechtmatig gebruik door werkgever van privé E-mail van werknemer
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2012 / 208
Vindplaats: Kantonrechter ’s-Hertogenbosch 3 januari 2012, nummer EJ 11-4378, zaaknummer 785920 (ongepubliceerd)
Uitspraak

Een werkgever die onrechtmatig in het bezit was gekomen van privé E-mail van de werknemer, kon die E-mailberichten wel gebruiken als bewijs in een arbeidsrechtelijke procedure.



Wat was er aan de hand?

Nadat tussen een werkgever en een werknemer een geschil was ontstaan over de vraag of de werknemer de arbeidsovereenkomst per 1 april 2011 zou hebben opgezegd, heeft de kantonrechter bij beschikking van 13 juli 2011 de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk ontbonden onder toekenning van een ontslagvergoeding van € 40.000. Het voorwaardelijke karakter hield in dat de ontbinding alleen effectief zou zijn, en de aan de ontbinding verbonden betalingsverplichting dus eveneens alleen zou gelden, indien door een onherroepelijk vonnis vast zou komen te staan dat de arbeidsovereenkomst niet al op 1 april 2011 is geëindigd. Nadat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden, levert de werknemer zijn mobiele telefoon bij de werkgever in. Vervolgens blijkt de werkgever te beschikken over diverse E-mailberichten van de werknemer, die de werkgever op een drietal dagen vanuit de privé E-mailbox van de werknemer doorgestuurd heeft naar zijn eigen E-mailadres. De werkgever meent dat uit deze E-mailberichten blijkt dat de werknemer in de ontbindingsprocedure bij de kantonrechter bedrog heeft gepleegd en verzoekt daarom de kantonrechter de beslissing tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te herroepen, en vervolgens een nieuwe beschikking te nemen waarbij de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden zonder ontslagvergoeding. Met name zou uit de E-mailberichten blijken dat de werknemer zich niet naar behoren inzette, dat hij concurrerende nevenwerkzaamheden verrichtte en dat hij na 1 april 2011 volop gewerkt heeft. De werknemer wil dat de kantonrechter de E-mailberichten buiten beschouwing laat, omdat de werkgever deze middels het plegen van een misdrijf onder zich heeft gekregen, zo-dat sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. De werknemer heeft van dit misdrijf ook aangifte gedaan en de politie heeft de werkgever al verdachte gehoord en het dossier in han-den gesteld van het Openbaar Ministerie.

Volgens de werkgever heeft hij bij het aanraken van het internetsymbool op het touchscreen van de mobiele telefoon toegang gekregen tot het gmail-adres van de werknemer zonder enig wachtwoord in te vullen, waarna allerlei bedrijfsmail werd aangetroffen. Omdat de werkne-mer voor het verzenden van bedrijfsmail nooit gebruik maakte van de server van de werkgever, zou de werkgever naar deze bedrijfsmail op zoek zijn geweest. De werkgever acht zich gerechtigd deze bedrijfsmail in te zien. De werknemer stelt dat het onmogelijk is dat de werk-gever via de bedrijfstelefoon toegang tot de privé E-mailbox van de werknemer heeft verkregen en dat de toegang moet zijn verkregen door middel van een computerinbraak.



Wat besliste de kantonrechter?

De kantonrechter acht de versie van de werkgever ongeloofwaardig. De werkgever moet bemerkt hebben dat het om privé E-mail ging. De werkgever heeft op drie verschillende dagen in die privé E-mailbox gekeken en heeft daarin ook E-mail aangetroffen van de werknemer aan zijn raadsman, die dateert van na de datum van de beweerde ontslagname. Volgens de kantonrechter is sprake van een bewuste onrechtmatige inbreuk op de privacy van de werk-nemer. Maar de kantonrechter stelt vervolgens dat de E-mailberichten wel toelaatbaar zijn als bewijs in de procedure, omdat de kantonrechter de mate van onrechtmatigheid niet kan be-oordelen, aangezien niet kan worden vastgesteld of de toegang tot de privé E-mailbox is verkregen door toeval, zoals de werkgever stelt, dan wel door een doelgericht misdrijf, zoals de werknemer stelt.


Commentaar

De beslissing van de kantonrechter is conform vaste rechtspraak van lagere rechters. Onrechtmatig (want door middel van een inbreuk op de privacy van de werknemer verkregen) bewijs wordt daarbij steeds wel als bewijs in een arbeidsrechtelijke procedure toegelaten en de inbreuk op de privacy moet de werknemer dan in een afzonderlijke procedure aanhangig maken. Overigens heeft de toelaatbaarheid van de E-mailberichten als bewijs de werkgever uiteindelijk niet gebaat, omdat de kantonrechter het verzoek tot herroeping van de eerdere beschikking afwees.