Ontslag wegens alcoholmisbruik

Bij een afvalbedrijf is sinds 1997 een 42-jarige medewerker reiniging in dienst, die voor zijn werk over een rijbewijs moet beschikken. Als zijn rijbewijs wordt ingetrokken wegens rijden onder invloed, wordt hij tijdelijk en boven de formatie te werk gesteld in de milieustraat, in afwachting van het herkrijgen van zijn rijbevoegdheid. Als blijkt dat dat niet binnen afzienbare tijd zal gebeuren, spreken partijen af dat hij in afwachting van het verkrijgen van een WSW-indicatie gedetacheerd zal worden bij een ander bedrijf. De werknemer wordt gewaarschuwd dat bij dat bedrijf strenge regels gelden voor het werken onder invloed van alcohol. Na twee waarschuwingen volgt de derde keer ontslag. Als de werknemer toch drie maal onder invloed van alcohol op het werk verschijnt, wordt de detachering beëindigd. De werkgever verzoekt daarop de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een dringende reden (vergelijkbaar met ontslag op staande voet). De kantonrechter honoreert dat verzoek. Daarbij is van belang dat de werkgever de werknemer begeleiding heeft aangeboden om van zijn alcoholverslaving af te komen, maar dat de werknemer van dat aanbod geen gebruik gemaakt heeft. Het verweer van de werknemer dat een verstandelijke handicap hem ertoe brengt spanningen af te reageren door alcohol te gebruiken, wordt door de kantonrechter verworpen omdat niet is gebleken dat de verstandelijke handicap de werknemer geen andere keus laat dan alcohol te gebruiken.

De beschikking van de kantonrechter is conform een vaak door rechters aangehouden lijn bij alcoholverslaving van werknemers. Als de werkgever eerst begeleiding aanbiedt bij het bestrijden van de verslaving en de werknemer vervolgens toch doorgaat met het misbruik van alcohol, is een ontslag van de werknemer mogelijk.