Ontslag wegens weigering op zaterdag te werken

Ontslag wegens weigering op zaterdag te werken
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 167
Vindplaats: Kantonrechter Amsterdam 19 maart 2009, JAR 2009/95
Uitspraak

Bij een groot hotel in Amsterdam werkt sinds 21 december 1998 een werknemer als technicus. Deze wordt op non-actief gesteld naar aanleiding van een weigering op 17 januari 2009 om op zaterdag te werken. De werkgever vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De werknemer heeft jarenlang op zaterdag gewerkt maar is daar in 2008 problemen over gaan maken. In dat jaar was hij drie keer op zaterdag ingeroosterd en heeft hij uiteindelijk niet op zaterdag gewerkt. Het hotel acht het onaanvaardbaar dat de werknemer niet op zaterdag wil werken. Het hotel heeft acht technici in dienst. Daarvan moet er iedere zaterdag tenminste één aanwezig zijn om technische problemen op te lossen. Het hotel kan daarvan niet één werknemer vrijstellen. De zondagsdiensten worden met instemming van alle betrokkenen steeds verricht door één islamitische werknemer die daarvoor een zondagtoeslag krijgt.

De werknemer weigert op zaterdag te werken omdat hij zevendedagsadventist is en de zaterdag voor hem als zodanig dezelfde functie heeft als de zondag voor christenen. Hoewel de werknemer opgeeft op de bewuste zaterdag om een andere reden niet te hebben willen werken, acht de kantonrechter die andere reden niet geloofwaardig en beoordeelt de kantonrechter de weigering op grond van een principiële weigering om op zaterdag te werken. De kantonrechter neemt daarbij aan dat het besef van de werknemer dat hij zijn zaterdagsverplichtingen moet vervullen in de loop van de tijd is versterkt, mogelijk omdat hij binnen zijn kerkgenootschap de functie van secretaris is gaan bekleden.

De kantonrechter overweegt dat de godsdienstvrijheid inhoudt dat de werknemer de vrijheid heeft zijn godsdienst te belijden en zijn belijdenis vrijelijk tot uiting te brengen, maar dat problemen kunnen ontstaan bij een botsing met de eisen die het maatschappelijk verkeer stelt. De arbeid in het hotel brengt met zich mee dat ook op godsdienstige feestdagen gewerkt moet worden. In een samenleving met veel verschillende godsdiensten zullen er altijd wel godsdienstige feestdagen zijn en in een stad als Amsterdam kan een werkgever met een divers personeelsbestand niet met alle religieuze voorschriften rekening houden en toch de vervelende klusjes eerlijk onder het personeel verdelen. Als de godsdienstige voorschriften daarvoor geen oplossing bieden, moet de belijder van die godsdienst werk zoeken dat zich met die voorschriften verdraagt. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en kent daarbij geen vergoeding toe omdat de weigering op zaterdag te werken voor rekening van de werknemer komt. Wel wordt de ontbindingsdatum zodanig bepaald dat de werknemer nog twee maanden de tijd heeft om ander werk te zoeken.


Commentaar

De Nederlandse wet kent alleen bepalingen ter zake van het werken op zondag, maar houdt geen rekening met de rust- en feestdagen zoals die in andere dan de gebruikelijke christelijke geloofsovertuigingen voorkomen. Artikel 5:6 van de Arbeidstijdenwet bepaalt dat de werkgever de arbeid zodanig organiseert dat de werknemer op zondag geen arbeid hoeft te verrichten, tenzij dat uit de aard van de arbeid voortvloeit. Met dat laatste wordt gedoeld op arbeid die noodzakelijkerwijs ook op zondag moet worden verricht, zoals bijvoorbeeld bij politie, brandweer, ambulancediensten en in de zorg. Uitzonderingen op deze regel gelden alleen indien de werkgever daarover overeenstemming heeft bereikt met de personeelsvertegenwoordiging of met de belanghebbende werknemers en dan nog alleen indien de werknemer daarmee in elk afzonderlijk geval instemt (dus niet al vooraf in de arbeidsovereenkomst voor alle gevallen in de toekomst). De bescherming van de werknemer die niet op zondag wil werken is dus relatief sterk. De vraag is of de arbeid van de werknemer in dat geval zou kunnen worden gekwalificeerd als arbeid waarbij het werken op zondag uit de aard van de arbeid voortvloeit. Zou dat niet het geval zijn geweest, dan zou de werknemer in elk geval niet verplicht kunnen worden om op zondag te werken.