Oplegging van sancties door eigenrisicodrager WGA

Oplegging van sancties door eigenrisicodrager WGA
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2006 / 118
Vindplaats: Artikel 89 WIA
Uitspraak

De werkgever die voor de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) eigenrisicodrager is, heeft in het kader van de op hem rustende reïntegratieplicht (die anders dan bij gewone werkgevers ook geldt na het einde van de arbeidsovereenkomst) de wettelijke bevoegdheid om aan de werknemer sancties ("maatregelen") op te leggen indien de werknemer een aantal op hem rustende reïntegratieverplichtingen niet nakomt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verplichtingen om informatie te verstrekken en mee te werken aan controle ter vaststelling van het recht op uitkering, om verplichtingen om het ontstaan van arbeidsongeschiktheid te voorkomen en mee te werken aan reïntegratie, verplichtingen gericht op het vergroten c.q. behouden van mogelijkheden tot het verrichten van passende arbeid en verplichtingen om passende arbeid te aanvaarden. De sancties die de werkgever kan opleggen betreffen het geheel of gedeeltelijk, blijvend of tijdelijk weigeren van de WGA-uitkering. Alleen de sanctie van het blijvend én geheel weigeren van de WGA-uitkering, welke sanctie in de wet alleen is verbonden aan het weinig voorkomende geval van het opzettelijk veroorzaken van de eigen arbeidsongeschiktheid, is in de wet aan het UWV voorbehouden. De sanctie die de werkgever oplegt moet worden afgestemd op de ernst van de gedraging en de mate waarin de gedraging aan de werknemer kan worden verweten. Als van verwijtbaarheid geen sprake is, mag geen sanctie worden opgelegd.

De eigenrisicodrager die een sanctie oplegt treedt op dat moment op als bestuursorgaan. Op het handelen van de werkgever bij het opleggen van sancties is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent dat de werknemer bij de werkgever bezwaar kan maken tegen de beslissing tot het opleggen van een sanctie. De werkgever moet een beslissing op het bezwaarschrift nemen, waartegen de werknemer beroep in kan stellen bij de rechtbank. In die beroepsprocedure (en eventueel ook in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep) is de werkgever dan partij als verweerder.

De werkgever heeft een zekere mate van vrijheid bij het bepalen van de sanctie die aan de werknemer wordt opgelegd. De rechter zal in beroep echter toetsen of de werkgever met het hanteren van die beleidsvrijheid niet in strijd handelt met algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het in artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht vastgelegde beginsel dat de nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen belangen (evenredigheidsbeginsel). Het handelen van de werkgever als bestuursorgaan zal daarbij eerder genade in de ogen van de rechter vinden als tevoren richtlijnen zijn gesteld waarin is aangegeven welke gedragingen met welke sancties worden bedreigd.

De werkgever zal de bezwaarprocedure moeten afhandelen in overeenstemming met de voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht. Binnen die voorschriften van de Algemene wet bestuursrecht heeft de werkgever bepaalde vrijheden om bijvoorbeeld termijnen aan de werknemer te stellen, die aangeven welke handelingen op welke tijdstippen uiterlijk verricht moeten zijn. Ook voor het procedurele handelen van de werkgever geldt dat de rechter eerder geneigd zal zijn om dit in beroep goed te keuren, als daartoe vooraf een reglement is opgesteld.


Commentaar

Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA, zijn dit meestal geworden omdat zij vóór invoering van de WIA al eigenrisicodrager voor de WAO waren en zich niet vóór 29 december 2005 voor het eigenrisicodragerschap van de WGA hebben afgemeld bij het UWV. Die werkgevers doen er verstandig aan om (net als het UWV) twee reglementen op te stellen: één betreffende de afstemming van de sancties en één betreffende het verloop van de bezwaarprocedure. Doen zij dat niet, dan lopen zij een sterk vergrote kans dat hun optreden bij het opleggen van sancties achteraf door de rechter wordt afgekeurd. Het optreden van de werkgever staat natuurlijk toch al onder de verdenking dat het uitsluitend het eigen financiële belang dient, aangezien de werkgever een evident belang heeft bij het geheel of gedeeltelijk niet of tot een lager bedrag betalen van de WGA-uitkering.

Zo lang er geen sancties worden opgelegd is er natuurlijk niets aan de hand, maar bedacht dient te worden dat het UWV geen sancties kan opleggen als de werknemer niet meewerkt aan de reïntegratie en dat de eigenrisicodrager dus zelf dient te zorgen dat hij in voorkomend geval op een adequate manier corrigerend kan optreden.

Een probleem bij het opstellen van een reglement voor de bezwaarprocedure kan zijn dat de werknemer moet worden gehoord door een persoon die niet bij de voorbereiding van het sanctiebesluit betrokken is geweest. Dat geldt niet als het bestuursorgaan (of de voorzitter of een lid van het bestuursorgaan) de werknemer zelf hoort. De vraag is dan wel wie gezien kan worden als het bestuursorgaan. Dit is niet de rechtspersoon. In het geval van het UWV is bijvoorbeeld het UWV de rechtspersoon en is de Raad van Bestuur van het UWV het bestuursorgaan. Bij een B.V. zouden wij menen dat de B.V. de rechtspersoon is en de directie van de B.V. het bestuursorgaan. Tenzij dus de directeur van de B.V. de werknemer in bezwaar hoort, mag het horen van de werknemer niet gebeuren door een functionaris van de B.V. die het sanctiebesluit heeft voorbereid.

Desgewenst kan ons kantoor u behulpzaam zijn, niet alleen bij het opstellen van reglementen voor het sanctiebeleid en de bezwaarprocedure, maar desgewenst ook bij het voeren van de bezwaarprocedure.