Registratieplicht voor bedrijven die personeel ter beschikking stellen

Registratieplicht voor bedrijven die personeel ter beschikking stellen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2012 / 213
Vindplaats: Wet registratieplicht intermediairs die arbeidskrachten ter beschikking stellen wet van 7 juni 2012, Staatsblad 2012, nummer 260
Uitspraak

Bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen aan derden moeten zich voortaan als zodanig laten inschrijven in het handelsregister. Door een wetswijziging is het voortaan zowel aan de werkgever als aan de derde die personeel inleent van de werkgever verboden om arbeidskrachten ter beschikking te stellen anders dan door middel van een onderneming of rechtspersoon die in het handelsregister is ingeschreven onder vermelding van het ter beschikking stellen van uitzendkrachten als activiteit. Dit verbod wordt opgenomen in artikel 7a Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI).

De wetswijziging maakt deel uit van de strijd van de overheid tegen malafide uitzendbureaus. De overheid laat het bestrijden van malafide uitzendbureaus grotendeels over aan de bedrijfstak zelf, met name aan de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, die op grond van die CAO de naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten controleert. Door uitzendbureaus te verplichten zich als zodanig in te schrijven in het handelsregister worden zij zichtbaar voor deze Stichting en kan de Stichting haar controlewerk bij de betreffende werkgevers gaan doen.

De handhaving van de nieuwe verboden wordt gecontroleerd door de Arbeidsinspectie. Deze wordt bevoegd om zowel aan degene die in strijd met het wettelijk verbod arbeidskrachten inleent als aan degene die in strijd met het wettelijke verbod een arbeidskracht uitleent een bestuurlijke boete op te leggen. Bij ministeriële regeling zal worden bepaald dat de boete per arbeidskracht € 12.000 bedraagt, maar bij herhaling binnen vijf jaar € 24.000 en bij een tweede herhaling zelfs € 36.000. Deze boetes komen boven op eventuele boetes wegens het niet betalen van het minimumloon of wegens het werken door buitenlandse arbeidskrachten in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen.


Commentaar

Op het moment waarop dit artikel wordt geschreven is het Koninklijk Besluit dat de inwerkingtreding van de wet regelt nog niet in het Staatsblad gepubliceerd. De inwerkingtreding is echter voorzien voor 1 juli 2012. De wetswijziging zou aanvankelijk al in werking treden per 1 januari 2012 en later per 1 mei 2012, maar die data bleken niet haalbaar.

Ondernemers die na invoering van het wetsvoorstel personeel inlenen van een derde, zullen zich er van moeten overtuigen dat deze derde als uitzendonderneming in het handelsregister is ingeschreven, ook als die derde in het buitenland is gevestigd. Het opvragen en bewaren van een uittreksel uit het handelsregister is gewenst om boeteoplegging door de Arbeidsinspectie te voorkomen.

Maar ook ondernemers die, al is het maar incidenteel, arbeidskrachten aan derden ter beschikking stellen dienen na te gaan of zij zich met de (neven-) activiteit “ter beschikking stellen van arbeidskrachten” in het handelsregister moeten inschrijven. Die verplichting geldt namelijk in de praktijk voor veel meer bedrijven dan alleen uitzendbureaus. De verplichting geldt voor iedere werkgever die arbeidskrachten tegen vergoeding ter beschikking stelt aan een ander om onder leiding en toezicht van die ander arbeid te verrichten, anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst met de inlener. Van deze tamelijk ruime definitie zijn in de wet slechts uitgezonderd het ter beschikking stellen van arbeidskrachten:

• ten behoeve van een geleverde zaak of tot stand gebracht werk;

• bij wijze van hulpbetoon zonder winstoogmerk indien de arbeidskrachten bij de uitlener in dienst zijn om arbeid in de onderneming van de uitlener te verrichten (collegiale inlening);

• binnen concernverband.

Een voorbeeld: het accountantskantoor dat aan een cliënt (bijvoorbeeld ter tijdelijke vervanging van een werknemer van die cliënt tijdens ziekte) een werknemer uitleent om bij die cliënt werkzaam te zijn onder leiding en toezicht van die cliënt, zal zich met de (neven-)activiteit “het ter beschikking stellen van arbeidskrachten” in het handelsregister moeten laten inschrijven, tenzij het uitlenen van de werknemer gebeurt bij wijze van hulpbetoon zonder winstoogmerk.

Tenslotte: wie zich met de (neven-)activiteit “het ter beschikking stellen van arbeidskrachten” in het handelsregister laat inschrijven, dient er rekening mee te houden dat de Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten kan komen controleren of de werkgever de CAO voor de Uitzendkrachten heeft toegepast, dat de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) kan komen controleren of terecht geen premies aan dat bedrijfspensioenfonds zijn afgedragen en dat de belastingdienst kan komen controleren of terecht voor de heffing van premies voor de sectorfondsen geen indeling in de sector uitzendkrachten heeft plaatsgevonden. Alvorens zich in het handelsregister te doen inschrijven met de (neven-)activiteit “het ter beschikking stellen van arbeidskrachten”, doet de werkgever er daarom goed aan om de gevolgen van het uitoefenen van deze (neven-)activiteit voor de genoemde regelingen te onderzoeken.