Schadevergoeding van € 100.000 wegens niet toelaten van controle op naleving CAO?

Schadevergoeding van € 100.000 wegens niet toelaten van controle op naleving CAO?
Datum: 02-11-2014
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2014 / 246
Vindplaats: Gerechtshof Den Haag 30 september 2014, www.rechtspraak.nl, ECLI:NL:GHDHA:2014:3035
Uitspraak

Een werkgever moest tot zijn grote schrik ervaren dat hij zich niet met een beroep op een rapportage van de belastingdienst, uitgebracht in het kader van de sectorindeling, en met een beroep op de indeling door de belastingdienst in een andere sector kon onttrekken aan controle op naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en aan controle op de aansluiting bij het bedrijfspensioenfonds voor uitzendkrachten.
De Stichting Naleving CAO Uitzendkrachten (SNCU) is door de CAO-partijen ingesteld om de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten te controleren. De Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) heeft de SNCU gemachtigd om controle uit te oefenen op de naleving van de wettelijke verplichting tot aansluiting bij het pensioenfonds. Bij brief van 29 oktober 2010 schrijft SNCU een werkgever aan om ter controle op de naleving van de CAO en de aansluitingsverplichting bij StiPP bepaalde bescheiden over te leggen, stellend dat gebleken is dat de werkgever arbeidskrachten ter beschikking stelt aan derden om onder leiding en toezicht van die derden werkzaam te zijn. De werkgever ontkent onder de werking van de CAO te vallen en ontkent verplicht te zijn zich aan te sluiten bij StiPP. Als ook na aanmaning door de werkgever geen stukken aan SNCU worden toegezonden, stelt SNCU op grond van de CAO een forfaitaire schadevergoeding vast van € 100.000. Daarover wordt bij de kantonrechter geprocedeerd. De kantonrechter wijst de vordering toe omdat de werkgever weliswaar in de procedure verschijnt maar geen verweer voert. In hoger beroep moet het gerechtshof over de zaak oordelen.
De werkgever stelt dan dat uit een rapport van de belastingdienst blijkt dat de werkgever moet worden ingedeeld in de sector “agrarisch bedrijf” en niet in de uitzendsector, omdat de werkgever arbeidsovereenkomsten heeft gesloten met zijn werknemers en geen uitzendovereenkomsten. Dat verweer acht het gerechtshof echter onvoldoende omdat voor de vraag of de werkgever valt onder de CAO voor de Uitzendkrachten en voor de vraag of de werkgever verplicht is aangesloten bij StiPP weliswaar bepalend is of de werkgever uitzendovereenkomsten heeft gesloten, maar omdat aan de indeling in een sector door de belastingdienst daarbij geen betekenis toekomt en omdat een uitzendovereenkomst ook een arbeidsovereenkomst is, terwijl de werkgever heeft nagelaten informatie over de gesloten arbeidsovereenkomsten in de procedure in te brengen. De werkgever wordt daarom veroordeeld om de schadevergoeding van € 100.000 te betalen.


Commentaar

De vraag welke CAO van toepassing is op een arbeidsovereenkomst, de vraag bij welk pensioenfonds een werkgever zich dient aan te sluiten en de vraag bij welke sector een werkgever door de belastingdienst is ingedeeld zijn vragen die in de praktijk wel met elkaar verband houden, maar die voor de toepassing van de wet geheel los van elkaar staan. Niet alleen de gevolgen zijn verschillend, maar ook de wettelijke criteria, de bij betwisting te volgen procedure en de tot geschillenbeslechting bevoegde rechterlijke instanties. Helaas worden deze verschillen in de praktijk niet altijd onderkend, met vaak nadelige gevolgen voor de werkgever, zoals ook in het onderhavige geval.