Schadevergoeding wegens onregelmatige beëindiging van arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Schadevergoeding wegens onregelmatige beëindiging van arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 183
Vindplaats: Kantonrechter Wageningen 12 mei 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BM6974
Uitspraak

In het distributiecentrum van een transportbedrijf werkt sinds 15 juni 2009 op basis van een arbeidsovereenkomst van een jaar een werknemer die voorheen ook bij het bedrijf heeft gewerkt op basis van een leerovereenkomst. In de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is de mogelijkheid van tussentijdse opzegging bedongen.

De werknemer meldt zich op vrijdag 9 oktober 2009 op de terugreis na afloop van een training ziek wegens duizeligheidsklachten. Op maandag 12 oktober 2009 werkt hij, maar de dag er na niet. In de week van 19 oktober 2009 is de werknemer met vakantie. De werknemer blijkt tijdens zijn ziekte niet bereikbaar. Hij reageert niet op oproepen van de werkgever op zijn mobiele en vaste telefoon noch op een sms-bericht. Wel spreekt de werkgever op 16 oktober 2009 met de zus van de werknemer, die mededeelt dat de werknemer helemaal niet ziek is. Op 21 oktober 2009 stuurt de werkgever daarom een brief, waarop de werknemer ook niet reageert. Bij brief van 28 oktober 2009 deelt de werkgever daarop mede de arbeidsovereenkomst als beëindigd te beschouwen.

De raadsman van de werknemer reageert daarop door in een brief van 19 november 2008 te stellen dat sprake is van een vernietigbaar ontslag. In plaats van de nietigheid in te roepen maakt hij echter aanspraak op schadevergoeding ter grootte van het salaris dat de werkgever tot het einde van de arbeidsovereenkomst had moeten betalen (acht maandsalarissen).

Dat leidt tot een procedure bij de kantonrechter, die voorop stelt dat het door de werkgever gestelde ontslag op staande voet nietig is, reeds omdat het bij brief van 28 oktober 2009 met terugwerkende kracht tot 9 oktober 2009 wordt gegeven. Daarmee voldoet het ontslag niet aan de eis dat de dringende reden voor het ontslag op staande voet onverwijld moet zijn medegedeeld. Omdat er ook geen ontslagvergunning is afgegeven, is het ontslag inderdaad vernietigbaar. Dat betekent ook dat de werkgever de door de werknemer gevorderde schadevergoeding moet betalen. De mogelijkheid van tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst doet daaraan volgens de kantonrechter niet af omdat er niet is opgezegd en omdat geen ontslagvergunning is gevraagd. Wel is het gedrag van de werknemer voor de kantonrechter aanleiding de gevorderde schadevergoeding tot ongeveer de helft te matigen.


Commentaar

De werknemer die ten onrechte op staande voet wordt ontslagen kan de nietigheid van het ontslag inroepen en loondoorbetaling vorderen, hetgeen meestal gebeurt. De betreffende werknemer kan echter ook in plaats daarvan het ontslag als feit aanvaarden en schadevergoeding vorderen wegens het feit dat de arbeidsovereenkomst eindigt zonder het in acht nemen van de opzegtermijn. Omdat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als regel niet tussentijds kan worden opgezegd, betekent dit doorgaans een schadevergoeding ter grootte van het loon over de resterende duur van de arbeidsovereenkomst. In dit geval was echter de mogelijkheid van tussentijdse opzegging wel bedongen. Daarmee had de kantonrechter volgens ons de schadevergoeding moeten beperken tot het bedrag aan loon tot het einde van de opzegtermijn. Dat niet is opgezegd, doet daaraan niet af omdat de schadevergoeding per definitie in de plaats treedt van het loon dat betaald had moeten worden als wel zou zijn opgezegd. Dat geen ontslagvergunning is gevraagd is evenmin van belang, omdat dat leidt tot nietigheid van het ontslag, welke de werknemer nu juist niet had ingeroepen. De kantonrechter slaat dus volgens ons in deze zaak de plank mis. Maar het vonnis van de kantonrechter toont wel aan dat werkgevers moeten oppassen met het ontslag op staande voet van een werknemer die werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De mogelijkheid dat dan bij de nietigheid van het ontslag op staande voet loon moet worden betaald tot het einde van de arbeidsovereenkomst is sowieso aanwezig als geen tussentijdse opzegmogelijkheid is bedongen.