Vakkrachten ontzien bij toepassing afspiegelingsbeginsel

Vakkrachten ontzien bij toepassing afspiegelingsbeginsel
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 168
Vindplaats: Brief Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan Tweede Kamer van 14 juli 2009; Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juli 2009, AV/AR/2009/16387, tot wijziging van het Ontslagbesluit betreffende verruiming van de moge-lijkheid tot afwijking van het afspiegelingsbeginsel, Staatcourant 2009, nr. 10981
Uitspraak

Het behoud van vakkrachten voor een onderneming wordt niet alleen gestimuleerd door het mogelijk maken van werktijdverkorting met recht op deeltijd WW. Ook als de werkgever tot ontslag van werknemers besluit en daartoe aan het UWV WERKbedrijf een ontslagvergunning vraagt, mogen vakkrachten worden ontzien. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal daartoe het Ontslagbesluit tijdelijk wijzigen. In het Ontslagbesluit is geregeld wanneer een werkgever een ontslagvergunning krijgt en (wanneer het ontslag wordt gegeven wegens het vervallen van arbeidsplaatsen op bedrijfseconomische gronden) ook voor welke werknemer(s) dan een ontslagvergunning kan worden verkregen.

Werkgevers die vakkrachten bij ontslag willen ontzien moeten wel met stukken kunnen aan-tonen dat zij een duidelijk en bestendig (dat wil zeggen al een redelijke tijd bestaand) beleid voeren voor wat betreft het verwerven van kennis voor het soort werknemers waarvan arbeidsplaatsen vervallen. Eveneens moet de werknemer met behulp van stukken aannemelijk maken dat de betreffende vakkracht daadwerkelijk over kennis en bekwaamheden beschikt die voor het functioneren van de onderneming van zodanig belang zijn dat in zijn plaats een andere werknemer voor ontslag wordt voorgedragen. Door het overslaan van vakkrachten bij het bepalen van de ontslagvolgorde mogen echter niet meer dan 10% (minimaal één is echter toegestaan) ouderen (55-65 jaar) of jongeren (15-25%) voor ontslag in aanmerking komen dan anders het geval zou zijn geweest.

De gewijzigde regeling treedt op 1 augustus 2009 in werking en eindigt in beginsel per 1 september 2011. Dat laatste is het geval omdat de regeling bedoeld is als tijdelijke tegemoetkoming aan werkgevers die de gevolgen van de recessie ondervinden.


Commentaar

Indien een werkgever een ontslagvergunning vraagt wegens het vervallen van arbeidsplaatsen door bedrijfseconomische omstandigheden en er geen sprake is van een unieke functie maar van meerdere uitwisselbare functies, wordt de ontslagvolgorde in het Ontslagbesluit dwingend bepaald aan de hand van het zogenaamde afspiegelingsbeginsel. Dat beginsel houdt in dat werknemers die de uitwisselbare functies bekleden in leeftijdsgroepen worden ingedeeld (15-25 jaar; 25-35 jaar; 35-45 jaar; 45-55 jaar en 55-65 jaar), waarna de ontslagen zo evenredig mogelijk over de leeftijdsgroepen worden verdeeld. Binnen een leeftijdsgroep geldt dan de regel dat degene voor ontslag in aanmerking komt die het kortste in dienst is.

Wie de wijziging van de tekst van het Ontslagbesluit bekijkt, ziet nauwelijks verschillen tussen de huidige formulering van de “onmisbare werknemer” (die bij het bepalen van de ontslag-volgorde nu ook al mocht worden overgeslagen) en de “vakkracht” in de nieuwe formulering. Het belang van de wijziging moet waarschijnlijk vooral worden gezocht in de toelichting die de Minister op het besluit geeft. Verwacht mag worden dat het UWV WERKbedrijf op basis daarvan deze uitzondering op de toepassing van het afspiegelingsbeginsel ruimer gaat toepassen.