Werkgever aansprakelijk voor te lage WGA-uitkering van werknemer

Werkgever aansprakelijk voor te lage WGA-uitkering van werknemer
Datum: 15-06-2014
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2014 / 242
Vindplaats: Kantonrechter Maastricht 12 maart 2014, www. rechtspraak.nl, ECLI:NL:RBLIM:2014:2625
Uitspraak

Omdat een werkgever geruime tijd te weinig loon aan de werknemer betaalde, werd het dagloon van de werknemer, waarnaar de WGA-uitkering van de werknemer werd berekend, te laag vastgesteld. De latere nabetaling van het loon door de werkgever veranderde daar niets aan. De werkgever werd aansprakelijk gehouden voor de te lage vaststelling van de WGA-uitkering van de werknemer.

De werkgever was bij vonnis van de kantonrechter van 24 april 2010 veroordeeld om achterstallig loon aan de werknemer te betalen over de periode van januari 2004 tot en met april 2008. Vanaf 28 april 2008 ontvangt de werknemer een WGA-uitkering. Deze WGA-uitkering wordt berekend naar het dagloon over de periode van 1 december 2004 tot en met 30 november 2005 (een periode van een jaar voor aanvang van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer). In die periode betaalde de werkgever een te laag loon. Op 27 april 2010 verzoekt de werknemer het UWV om over te gaan tot herziening van het dagloon. Als het UWV dit verzoek afwijst, stelt de werknemer bezwaar in. Dit bezwaar wordt door het UWV ongegrond verklaard. Het UWV wijst op de wettelijke regels die gelden voor de vaststelling van het dagloon. Daarbij wordt de werknemer geacht zijn loon te hebben genoten in het tijdvak waarover de werkgever van dat loonopgave heeft gedaan. Een werkgever dient daarom nabetalingen op te geven in het tijdvak waarin deze nabetaling is genoten. De wettelijke regels geven tevens aan dat tot het dagloon mede behoort loon dat wel vorderbaar maar niet tevens inbaar is geworden. Vorderbaar is het loon op het moment dat zowel het recht op loon als de hoogte van het loon vast staan. Inbaar is het loon als de werkgever bereid en in staat is het te betalen. Van niet-inbaar loon kan pas gesproken worden vanaf het moment dat het loon betaald zou moeten worden indien betaling achterwege blijft omdat de werkgever tot betaling niet bereid of in staat is. Het UWV verwijt de werknemer dat deze pas melding heeft gedaan van het feit dat hij te weinig salaris heeft genoten ruim na het verstrijken van de periode waarover het dagloon moet worden berekend. Het loon zou daarom in de periode waarover het dagloon moest worden berekend niet vorderbaar zijn en omdat de werknemer in die periode helemaal niet heeft geprobeerd het loon te innen, kan ook niet worden gezegd dat het loon niet inbaar was.
Vervolgens vordert de werknemer het bedrag van de te laag vastgestelde WGA-uitkering van de werkgever bij wijze van schadevergoeding. De verweren van de werkgever worden door de kantonrechter één voor één verworpen. Omdat de werkgever geen hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter waarbij hij verplicht werd tot betaling van achterstallig loon, is dat vonnis onherroepelijk geworden. De kantonrechter stelt vast dat de schade van de werknemer in causaal verband staat tot het niet nakomen van de verplichting van de werkgever tot betaling van het volledige loon. Op die grond wijst de kantonrechter de gevorderde schadevergoeding toe.


Commentaar

De werkgever had in deze kwestie een groot aantal verweren gevoerd, maar had één verweer niet gevoerd, dat volgens ons nu juist tot afwijzing van de schadevergoedingsvordering van de werknemer had kunnen leiden. Volgens de wet wordt de schadevergoeding als gevolg van het niet nakomen van de verplichting tot betaling van een geldsom (en daartoe behoort ook de verplichting tot loonbetaling) gefixeerd op het bedrag van de wettelijke rente. De werkgever had daarom kunnen stellen dat hij niet meer verschuldigd was dan die wettelijke rente (afgezien van de wettelijke verhoging van het loon wegens te late betaling, waartoe de werkgever echter ook reeds was veroordeeld).
De uitspraak van de kantonrechter is interessant omdat daaruit blijkt dat het van belang is over welk tijdstip nabetaling van het loon dient te worden aangegeven bij de belastingdienst. Hierbij dient steeds te worden bedacht dat het tijdvak waarover de aangifte wordt gedaan van invloed kan zijn voor de berekening van het dagloon waarnaar een WW- of WIA-uitkering wordt berekend.