Werkgevers moeten juistheid toekenning WGA-uitkering aan werknemer zelf bewaken

Werkgevers moeten juistheid toekenning WGA-uitkering aan werknemer zelf bewaken
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 184
Vindplaats: Beslissing van UWV van 29 juli 2010
Uitspraak

Aan een werknemer die langer dan 104 weken arbeidsongeschikt is kan een WIA-uitkering worden toegekend. Er zijn twee soorten WIA-uitkeringen. Aan werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en aan werknemers die volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn wordt een WGA-uitkering toegekend. Werknemers die volledig én duurzaam arbeidsongeschikt zijn krijgen een IVA-uitkering. Van duurzame arbeidsongeschiktheid is sprake als de werknemer geen kans op herstel heeft, of als hij een niet meer dan geringe kans op herstel heeft.

De werknemer heeft belang bij een IVA-uitkering onder meer omdat die hoger is dan de WGA-uitkering. Maar vooral de werkgever heeft belang bij de toekenning van een IVA-uitkering omdat de IVA-uitkering hem geen geld kost, terwijl de WGA-uitkering hem juist heel veel geld kost, hetzij omdat hij die uitkering als eigenrisicodrager zelf moet betalen dan wel omdat die WGA-uitkering leidt tot een fors hogere gedifferentieerde WGA-premie. Het UWV heeft er dus belang bij om aan werknemers een WGA-uitkering en geen IVA-uitkering toe te kennen. Dat de werkgever er goed aan doet om zelf te bewaken dat aan volledig arbeidsongeschikte werknemers tijdig een IVA-uitkering wordt toegekend, blijkt uit het onderstaande geval uit onze eigen praktijk.

Bij een werkgever is een oudere werknemer in dienst, die in december 2004 arbeidsongeschikt wordt en vervolgens arbeidsongeschikt blijft. Bij de WIA-keuring wordt de werknemer volledig arbeidsongeschikt bevonden. Omdat het UWV van mening is dat de werknemer nog een meer dan geringe kans op herstel heeft, wordt die volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam geacht. Daarom wordt geen IVA-uitkering maar een WGA-uitkering toegekend. Dat gebeurt met ingang van januari 2007, maar later wordt de WIA-uitkering een jaar vervroegd omdat de werkgever met succes bezwaar en beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van het UWV om de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever met 52 weken te verlengen wegens te weinig re-

integratie-inspanningen.

Daarna hoort de werkgever een hele tijd niets over de WGA-uitkering van de werknemer. Op 21 juli 2010 ontvangt de werkgever dan echter een beschikking van het UWV waaruit blijkt dat de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering in december 2010 afloopt. Het UWV kent in aansluiting daarop aan de werknemer een loonaanvullingsuitkering toe, terwijl de werknemer niet werkt. Dat kan volgens de wet alleen als de werknemer volledig arbeidsongeschikt is.

In april 2010 had de werkgever echter al eens bij het UWV aan de bel getrokken omdat hij het vreemd vond dat de werknemer nog steeds maar volledig arbeidsongeschikt zou zijn, terwijl het UWV toch had geoordeeld dat de werknemer een meer dan geringe kans op herstel had. De werkgever had het UWV daarom gevraagd om een herbeoordeling te doen. De beslissing naar aanleiding van dat verzoek komt uiteindelijk op 29 juli 2010, acht dagen na de beslissing die het UWV had verzonden in verband met het eindigen van de loongerelateerde uitkering. Tot verrassing van de werkgever wordt de WGA-uitkering niet alleen omgezet in een IVA-uitkering, maar gebeurt dat zelfs met terugwerkende kracht tot 25 september 2008.


Commentaar

Zeventig procent van de toegekende WIA-uitkeringen wordt toegekend wegens volledige arbeidsongeschiktheid. Van alle WIA-uitkeringen die wegens volledige arbeidsongeschiktheid worden toegekend wordt in zeventig procent van de gevallen een WGA-uitkering toegekend en in dertig procent van de gevallen een IVA-uitkering. Dat betekent dat het UWV in het merendeel van die gevallen nog een meer dan geringe kans op herstel aanwezig acht, terwijl de betreffende werknemers ondanks re-integratiepogingen al twee jaar arbeidsongeschikt zijn. Dat lijkt onwaarschijnlijk en in de praktijk blijkt ook dat het vaak lukt om in bezwaar of beroep van de WGA-uitkering een IVA-uitkering te maken. Maar de werkgever moet daarvoor zelf wel het initiatief nemen door bezwaar te maken tegen beslissingen tot toekenning van de WGA-uitkering en eventueel tijdig om een herbeoordeling te vragen.