Ziek of niet ziek?

Ziek of niet ziek?
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2000 / 42
Vindplaats: Zie: Hoge Raad 23 juni 2000, JAR 2000/164 en 23 juni 2000, JAR 2000/163
Uitspraak

Veel geschillen tussen werkgevers gaan over de vraag of de werknemer arbeidsongeschikt is of niet. De Hoge Raad wees daarover onlangs op één dag twee belangwekkende arresten.
In het eerste geval ging het om een werknemer die zich na een arbeidsconflict ziek meldt wegens overspannenheid. De werknemer voert aan dat zijn huisarts hem overspannen acht en rust voor heeft geschreven. De werkgever stelt daartegenover dat de bedrijfsarts de werknemer zowel voor als na het bezoek aan de huisarts arbeidsgeschikt heeft geacht. De werkgever heeft de werknemer daarop opgeroepen en toen hij niet verscheen op staande voet ontslagen. De rechtbank en de Hoge Raad achten dat ontslag gerechtvaardigd, nu de werknemer tegenover de verklaring van de bedrijfsartsen niet uitsluitend mocht afgaan op het oordeel van zijn huisarts en na het oordeel van de bedrijfsartsen niet in het geheel niets mocht doen.
In het tweede geval ging het om een werkneemster die zichzelf arbeidsgeschikt achtte, maar aan wie de werkgever het werken verbood op grond van het oordeel van (destijds nog) de verzekeringsgeneeskundige van de bedrijfsvereniging dat werkneemster volledig arbeidsongeschikt is voor het eigen werk. In beroep vernietigt de rechtbank dit oordeel van de verzekeringsgeneeskundige echter. Als de werkneemster daarop het achterstallige loon vordert, beroept de werkgever zich er op dat zij moet kunnen afgaan op het oordeel van de verzekeringsgeneeskundige van de bedrijfsvereniging en dat het risico dat dit oordeel achteraf onjuist blijkt te zijn niet bij haar mag worden gelegd. De Hoge Raad verwerpt dit betoog. Nu de werkneemster zich bereid heeft verklaard het werk te verrichten en zij achteraf blijkt arbeidsgeschikt te zijn geweest, moet het loon worden betaald.


Commentaar

Bij de vraag of de werknemer ziek is of niet (vaak spelend als er een arbeidsconflict is en de werknemer zich als gevolg daarvan ziek meldt) speelt het oordeel van diverse artsen een rol: allereerst de arts van de arbodienst, vervolgens de arts van de uitvoeringsinstelling bij wie de werknemer een ‘second opinion’ kan vragen, verder de eigen huisarts of specialist van de werknemer en tenslotte de arts die door de kantonrechter als deskundige kan worden aangewezen als zich een geschil bij hem aandient of de werknemer ziek is of niet. Al eerder heeft de Hoge Raad uitgesproken dat de werknemer moet kunnen afgaan op het oordeel van de arts die hij raadpleegt en dat hij niet moet worden gesteld voor de keuze tussen het volgen van het oordeel van die arts (met risico’s ten aanzien van de loondoorbetaling) en het niet volgen van het oordeel van die arts (met risico’s ten aanzien van zijn gezondheid). De werkgever dient dan ook uiterst behoedzaam te opereren als het gaat om ontslag wegens werkverzuim waarbij de werknemer stelt arbeidsongeschikt te zijn. Opschorting van de loondoorbetaling is dan een veel veiliger middel.