Zorgplicht van werkgever voor veilige arbeidsomstandigheden niet geschonden

Zorgplicht van werkgever voor veilige arbeidsomstandigheden niet geschonden
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2003 / 70
Vindplaats: Zie: Hoge Raad 4 oktober 2002, JAR 2002/259
Uitspraak

Een werkneemster is in de functie van beheerder werkzaam bij speelhal. Tot haar werkzaamheden behoren het verrichten van kassawerkzaamheden, het houden van toezicht in de speelhal en ook het verrichten van keukenwerkzaamheden. Op een kwade dag heeft de werkneemster opdracht te beginnen met keukenwerkzaamheden, waaronder het snijden en smeren van zachte puntbroodjes. Bij het doorsnijden van het eerste broodje snijdt de werkneemster zich in de wijsvinger van haar linkerhand. Daarbij wordt een zenuw geraakt en de werkneemster moet worden geopereerd. Bij de kantonrechter vordert de werknemer een verklaring voor recht dat de werkgever aansprakelijk is voor de gevolgen van het bedrijfsongeval. De kantonrechter en de rechtbank wijzen de vordering van de werkneemster af, maar die laat het er niet bij zitten en de Hoge Raad moet over de zaak oordelen. Het gaat daarbij om de vraag of de werkgever tekort is geschoten in zijn zorgplicht voor veilige werkomstandigheden, met name door de werkneemster er niet op te wijzen dat het broodmes nieuw dan wel pas geslepen, en dus scherp was. De Hoge Raad oordeelt dat de zorgplicht van de werkgever voor veilige werkomstandigheden niet een absolute waarborg schept voor bescherming van de werknemer tegen het gevaar van ongevallen die hem kunnen overkomen door het gebruik van werktuigen en gereedschappen waarmee de werkgever de arbeid doet verrichten. De betreffende wettelijke bepaling heeft volgens de Hoge Raad de strekking een zorgplicht in het leven te roepen en verplicht de werkgever voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te ver-strekken als redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Dat de rechtbank geoordeeld heeft dat de werkgever door niet te waarschuwen voor een nieuw of pas geslepen broodmes niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht kan de Hoge Raad billijken, omdat het volgens de Hoge Raad van algemene bekendheid is dat een mes dat geschikt is om zachte puntbroodjes te snijden, zo scherp is dat de gebruiker daarvan het gevaar loopt zich bij dat werk te snijden.


Commentaar

In dit geval liep het voor de werkgever goed af. De aansprakelijkheid van de werkgever voor schade die de werknemer lijdt als gevolg van onveilige werkomstandigheden gaat echter heel ver. Zodra de werknemer stelt schade te hebben geleden door onveilige werkomstandigheden moet de werkgever stellen en (bij betwisting) bewijzen dat hij alle mogelijke maatregelen heeft genomen (en op de naleving daarvan heeft toegezien) om schade voor de werknemer te voorkomen. Even goed had de Hoge Raad in dit geval kunnen oordelen (zoals hij vaak doet) dat de werkgever er rekening mee had moeten houden dat een werknemer die dagelijks omgaat met een gevaarlijk stuk gereedschap zoals een scherp mes, de gevaren daarvan kan gaan onderschatten en dat de werkgever daarom de werknemer voor dat gevaar had moeten waarschuwen en/of maatregelen had moeten treffen om schade voor de werknemer te voorkomen. De aansprakelijkheid van de werkgever gaat volgens de Hoge Raad echter nog niet zo ver, dat de werkgever in alle gevallen aansprakelijk is.