Aangepaste gevolgen van beëindiging van eigenrisicodragen


Verder is het voor een werkgever die WGA-eigenrisicodrager is geweest vanaf 1 januari 2017 niet langer mogelijk om binnen drie jaar opnieuw eigenrisicodrager te worden. Dat gold al voor het geval de werkgever een aanvraag indiende om het eigenrisicodragen te beëindigen, maar niet voor het geval het eigenrisicodragen van rechtswege eindigde wegens intrekking van de garantie. Omdat de garantie wordt ingetrokken bij het einde van de verzekering, konden werkgevers er zeker van zijn dat dan het eigenrisicodragen ook eindigde, maar in dat geval zonder dat de periode van drie jaar gold waarbinnen de werkgever niet opnieuw eigenrisicodrager kon worden. Vanaf 1 januari 2017 geldt de periode van drie jaar ongeacht de wijze waarop het eigenrisicodragen is geëindigd.

Omdat hierbij niet in overgangsrecht is voorzien, kunnen werkgevers waarvan het eigenrisicodragen vóór 1 januari 2017 is geëindigd door intrekking van de garantie, na 1 januari 2017 niet opnieuw eigenrisicodrager worden zonder dat eerst drie jaar zijn verstreken na het eindigen van het eigenrisicodragen. Als de werkgever echter op of vóór 1 juli 2015 eigenrisicodrager is geworden is hij in deze periode nog wel verzekerd van de minimumpremie (zie boven).

De wijziging van de wetgeving betreffende de periode van drie jaar heeft ook tot gevolg dat werkgevers die eigenrisicodrager zijn en overstappen naar een andere verzekeraar er voor dienen te zorgen dat de nieuwe verzekeraar een garantie stelt voordat de oude verzekeraar de lopende garantie intrekt, om te voorkomen dat het eigenrisicodragen eindigt en de periode van drie jaar gaat lopen.

De wijzigingen zijn het gevolg van de Wet verbetering hybride markt WGA die per 1 januari 2017 in werking zal treden. 

Nieuwe kansen

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevrouw M. (Michèle) Sonneveld Rccm van ons kantoor.