Gedifferentieerde WGA-premie 2012

Jaar en kwartaal
2011, 3e kwartaal
Nummer
2

Bronnen:

  • Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2012, besluit van UWV van 23 augustus 2011, Staatscourant 1 september 2011, nr. 15509


Het UWV heeft de parameters vastgesteld aan de hand waarvan de gedifferentieerde WGA-premies van werkgevers (die geen eigenrisicodrager voor de WGA zijn) voor 2012 worden berekend.

De premies en parameters zijn als volgt vastgesteld:

jaar: minimumpremie
kleine werkgever
maximumpremie
kleine werkgever
minimumpremie
grote werkgever
maximumpremie
grote werkgever
2009 0,27% 1,47% 0,00% 1,96%
2010 0,59%
1,59%
0,06% 2,12%
2011 0,56% 1,65% 0,07% 2,20%
2012 0,48% 1,59% 0,13% 2,12%

jaar: grensbedrag grote/
kleine werkgever

basispremie rekenpercentage gemiddeld
werkgeversrisico
correctiefactor
2009 € 705.000 5,70% 0,47% 0,71% 0,69
2010 € 730.000 5,70% 0,59% 0,36% 1,47
2011 € 747.500 5,65% 0,62% 0,28% 1,96
2012 € 755.000
0,55% 0,22% 1,90

De gevolgen van de vaststelling van de hoogte van de gedifferentieerde WGA-premie en de ontwikkeling van de gedifferentieerde WGA-premie gedurende de laatste jaren, kunnen het beste in beeld worden gebracht aan de hand van wat voorbeelden, waarbij de financiële gevolgen van de toekenning van een WGA-uitkering aan een (ex-) werknemer voor de door de gedifferentieerde WGA-premie van de werkgever worden berekend.

kleine werkgevers
Voor kleine werkgevers betekent de toekenning van een WGA-uitkering aan een (ex-) werknemer doorgaans dat in plaats van de minimumpremie de maximumpremie verschuldigd is. De gevolgen zijn dan ook vooral afhankelijk van het verschil tussen die minimumpremie en de maximumpremie en de hoogte van de premieplichtige loonsom waarover dat verschil be-rekend moet worden.

Voorbeeld 1: premieplichtige loonsom werkgever € 100.000

jaar: minimumpremie: maximumpremie: verschil: loonsom: premiestijging per jaar:
2009 0,27% 1,47% 1,20% € 100.000 € 1.200
2010 0,59% 1,59% 1,00% € 100.000 € 1.000
2011 0,56% 1,65% 1,09% € 100.000 € 1.090
2012 0,48% 1,59% 1,11% € 100.000 € 1.110

Voorbeeld 2: premieplichtige loonsom werkgever € 250.000

jaar: minimumpremie: maximumpremie: verschil: loonsom: premiestijging per jaar:
2009 0,27% 1,47% 1,20% € 250.000 € 3.000
2010 0,59% 1,59% 1,00% € 250.000 € 2.500
2011 0,56% 1,65% 1,09% € 250.000 € 2.725
2012 0,48% 1,59% 1,11% € 250.000 € 2.775


Voorbeeld 3: premieplichtige loonsom werkgever € 500.000

jaar: minimumpremie: maximumpremie: verschil: loonsom: premiestijging per jaar:
2009 0,27% 1,47% 1,20% € 500.000 € 6.000
2010 0,59% 1,59% 1,00% € 500.000 € 5.000
2011 0,56% 1,65% 1,09% € 500.000 € 5.450
2012 0,48% 1,59% 1,11% € 500.000 € 5.550

Voorbeeld 4: premieplichtige loonsom werkgever € 750.000

jaar: minimumpremie: maximumpremie: verschil: loonsom: premiestijging per jaar:
2009 0,27% 1,47% 1,20% € 750.000 € 9.000
2010 0,59% 1,59% 1,00% € 750.000 € 7.500
2011 0,56% 1,65% 1,09% € 750.000 € 8.175
2012 0,48% 1,59% 1,11% € 750.000 € 8.325

grote werkgevers
De gevolgen van de ontwikkeling van de gedifferentieerde WGA-premie van grote werkgevers kunnen niet eenvoudig worden afgelezen aan de hand van het verschil tussen de minimumpremie en de maximumpremie, omdat de toerekening van één WGA-uitkering doorgaans nog niet tot gevolg heeft dat de premie stijgt van het minimum naar het maximum. Een berekening van de premie aan de hand van een voorbeeld laat echter de invloed van een WGA-uitkering op de gedifferentieerde WGA-premie zien en de ontwikkeling daarvan in de tijd (2009-2012).

Stel:
  • een werkgever heeft in het betreffende premiejaar (dus respectievelijk in 2009, 2010, 2011 en 2012) een loonsom van € 1.000.000;
  • die loonsom is steeds jaarlijks ten opzichte van het kalenderjaar daarvoor met 3% gestegen;
  • aan de betreffende werkgever worden in het betreffende premiejaar € 10.000 aan arbeidsongeschiktheidslasten (uitbetaalde WGA-uitkeringen over het kalenderjaar dat twee jaar daarvóór is gelegen) toegerekend. 
De gevolgen voor de gedifferentieerde WGA-premie zijn dan als volgt:

jaar: premie- percentage: premie- bedrag: percentage-stijging
t.o.v. vorig kalenderjaar
minimum premie-
percentage
minimum premie-
bedrag:
premie-stijging t.o.v. minimum-premie:
2009 0,78% € 7.800
0,00% € 0 € 7.800
2010 1,72% €17.200 +120% 0,06% € 600 € 16.600
2011 2,20% (ongemaximeerd 2,28%) 
€22.000
(ongemaxi-meerd €22.800)
+32% 0,07% € 700 € 21.300
2012 2,12% (ongemaximeerd  2,28%)  €21.200 (ongemaximeerd €22.800) -4% 0,13% € 1.300 € 19.900

Het bovenstaande voorbeeld is enigszins willekeurig gekozen en de gevolgen voor de gedifferentieerde WGA-premie van de toerekening van een WGA-uitkering kunnen bij andere voorbeelden wat anders zijn, maar de ontwikkeling van de gedifferentieerde WGA-premie van jaar tot jaar is in het voorbeeld wel te zien. 

Overigens zou het voorbeeld niet veel anders uitvallen als de werkgever een veel grotere premieplichtige loonsom zou hebben gehad en daaraan dezelfde uitkering zou zijn toegerekend. Er zou dan immers een veel lager premiepercentage uit de bus zijn gerold, dat vervolgens echter over een veel hoger premieplichtig loon zou worden berekend. Het omgekeerde is eveneens waar. De belangrijkste invloed die de hoogte van de premieplichtige loonsom in het voorbeeld heeft is te bepalen wanneer de maximumpremie wordt bereikt. Dat is eerder het geval naarmate de premieplichtige loonsom kleiner is. 

Wat wel veel invloed heeft op de uitkomsten in het voorbeeld is de ontwikkeling van de premieplichtige loonsom tussen het jaar waarover het premiebedrag wordt berekend en de zes voorliggende jaren. Naarmate de loonsom door die jaren heen meer stijgt, vallen zowel het premiepercentage als het premiebedrag hoger uit. Het omgekeerde is ook waar.

Werkgevers die de hoge gedifferentieerde WGA-premie niet willen betalen, hebben nog tot 1 oktober 2011 de kans om de belastingdienst toestemming te vragen om per 1 januari 2012 eigenrisicodrager te worden. Vanwege de vele verschillen met het systeem van de premiedifferentiatie dient een overstap naar eigenrisicodragen echter uitsluitend weloverwogen te worden genomen om grote onvoorziene problemen te voorkomen.

Naar aanleiding van de evaluatie van de WIA   heeft de regering omtrent de gedifferentieerde WGA-premie en het WGA-eigenrisicodragen de volgende beleidsvoornemens uitgesproken:
  • Het huidige systeem waarbij werkgevers kunnen kiezen tussen het betalen van gedifferentieerde WGA-premie aan het UWV of het zelf betalen van WGA-uitkeringen en het verzekeren van dit risico bij private verzekeraars, blijft bestaan.
  • Wel worden maatregelen getroffen om de concurrentie tussen UWV en private verzekeraars te verbeteren, te weten:
    - verhoging van de minimum gedifferentieerde WGA-premie voor grote werkgevers (om eigenrisicodragen interessanter te maken voor grote werkgevers zonder werknemers met een WGA-uitkering), waartegenover de mate van premiediffe-rentiatie dan geringer kan worden;
    - aanpassing van de correctiefactor bij de berekening van de gedifferentieerde WGA-premie waardoor de premie van grote werkgevers meer geleidelijk zal gaan stijgen;
    - bieden van meer tijd aan werkgevers om te besluiten of zij eigenrisicodrager willen worden door de parameters van de gedifferentieerde WGA-premie voor het nieuwe jaar eerder bekend te maken (nu 1 september) en de termijn voor het aanvragen van toestemming om eigenrisicodrager te worden (nu 1 oktober) te verlengen;
    - vervallen van de mogelijkheid om per 1 juli van het kalenderjaar eigenrisicodrager te worden;
    - mogelijkheid verkennen om werknemers de mogelijkheid te geven om verzekeraars rechtstreeks aan te spreken op re-integratie-inspanningen.