Indeling in sector metaalindustrie terecht?

Indeling in sector metaalindustrie terecht?
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2006 / 122
Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 24 mei 2006, nummer 05/3055 OSV, www. rechtspraak.nl, ljn: AX6472
Uitspraak

Een bedrijf is met ingang van 1 januari 2005 heringedeeld in de sector metaalindustrie. Voor die indeling is bepalend of in de onderneming in de regel gedurende tenminste 1200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. Wordt die 1200 uur niet gehaald, dan volgt indeling in de sector metaal- en technische bedrijfstakken. Het UWV stelt dat het urenaantal van het bedrijf sinds 2001 wordt overschreden en dat geen substantiële activiteiten aan te wijzen zijn die niet onder het criterium van de 1200 arbeidsuren vallen. De werkgever betwist dat een deel van de werkzaamheden onder de sector metaal- en technische bedrijfstakken valt en voert aan dat een substantieel deel van de werkzaamheden valt onder het installatiebedrijf, maar die stellingen worden door het UWV en de Centrale Raad van Beroep niet gevolgd. De werkgever beklaagt er zich vervolgens over dat de herindeling ongewenste gevolgen heeft voor de pensioenvoorziening van zijn werknemers, maar de Centrale Raad van Beroep wijst op zijn vaste jurisprudentie dat de gevolgen voor aanpalende regelingen, zoals CAO, VUT en pensioen, buiten beschouwing dienen te worden gelaten.


Commentaar

De sectorindeling heeft gevolgen voor de hoogte van het wachtgeldfondsdeel van de WW-premie, welke een werkgeverspremie is. Uit het wachtgeldfonds worden de eerste zes maanden van de WW-uitkering en de "vangnet"-Ziektewetuitkering betaald. De premie wordt per sector vastgesteld, afhankelijk van de WW-instroom en het aantal "vangnet-Ziektewetuitkeringen". Daarnaast heeft de sectorindeling voor kleine werkgevers gevolgen voor de hoogte van de gedifferentieerde WAO-premie, die voor kleine werkgevers eveneens per sector wordt vastgesteld. Een veel voorkomend misverstand is dat de sectorindeling ook gevolgen heeft voor de heffing van op de toepasselijkheid van een CAO, op de toepasselijkheid van (op een CAO gebaseerde) "bedrijfstakeigen regelingen", op de toepasselijkheid van een (eveneens op een CAO gebaseerde) VUT-regeling en op de (op een ministerieel besluit gebaseerde) verplichte deelname aan een bedrijfspensioenregeling. De sectorindeling heeft daar niets mee van doen en het maken van bezwaar bij het UWV en instellen van beroep bij de Centrale Raad van Beroep met als doel te komen tot toepassing van een andere CAO, andere bedrijfstakeigen regelingen, een andere VUT-regeling of een andere pensioenregeling is dan ook zinloos.