Datum: 00-00-0000 Uitgavejaar en uitgavenummer: 2009 / 171 Vindplaats: Centrale Raad van Beroep 30 september 2009, www.rechtspraak.nl, ljn: BJ9764
Uitspraak
Het UWV heeft aan een werkneemster over de periode van 29 april 2004 tot 1 augustus 2005 een WAO-uitkering uitbetaald, terwijl de werkgever (die eigenrisicodrager was) over diezelfde periode de WAO-uitkering ook al had betaald. Het betreft een bedrag van iets meer dan 11.000 euro. Het UWV heeft dat bedrag daarom van de werkneemster teruggevorderd, maar die heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV en na ongegrond verklaring van dat bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld.
De werkneemster stelt dat haar psychische gesteldheid er geruime tijd aan in de weg had gestaan te onderkennen dat zij te veel WAO-uitkering ontving, waardoor het haar redelijkerwijs niet duidelijk was dat zij te veel ontving. Het UWV was daardoor niet verplicht tot terugvordering. Bovendien beschikte het UWV volgens de werkneemster al veel eerder over signalen dat ten onrechte of te veel uitkering aan de werkneemster werd uitbetaald en was het terugvorderen van de uitkering daardoor in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Deze argumenten vinden echter geen genade in de ogen van de rechtbank, en in hoger beroep evenmin in die van de Centrale Raad van Beroep. Het criterium dat terugvordering achterwege kan blijven indien aan de werknemer redelijkerwijs niet duidelijk was dat hij te veel uitkering ontving, ziet op de terugvordering na herziening of intrekking van een uitkering. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het gaat hier om anderszins onverschuldigde betalingen. En van strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur is volgens rechtbank en Centrale Raad van Bestuur geen sprake.
Commentaar
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep lijkt niet zo bijzonder. Dat degene die een uitkering twee maal ontvangt, die één maal moet terugbetalen is logisch. Maar in het verleden heeft het UWV wel geprobeerd de verplichting tot terugvordering bij de werkgever neer te leggen. Met deze uitspraak in de hand kan het UWV worden gewezen op de mogelijkheid (en verplichting) om zelf bij de werknemer terug te vorderen. Bij het eigenrisicodragen van de WGA-uitkeringen hoeft het probleem zich niet voor te doen. Tenzij de werkgever anders aangeeft zal het UWV de WGA-uitkering betalen en de kosten er van op de eigenrisicodrager verhalen.
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA moeten in 2025 een belangrijke keuze maken!
Voor veel werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA verloopt op 1 januari 2026 de looptijd van de afgesloten verzekering. Dat betekent dat in het najaar een keuze moet worden gemaakt voor het al dan niet voortzetten van het eigenrisicodragen. Als gekozen wordt voor voortzetting van het eigenrisicodragen zal vervolgens een keuze moeten worden gemaakt voor een verzekeringsmaatschappij.
Wij kunnen zorgen voor onafhankelijk advies over de voor- en nadelen van eigenrisicodragen. Wij gebruiken daarbij de meest nauwkeurige berekeningen van de terugkeerpremie die u zou betalen als u besluit terug te keren naar het publieke stelsel. Met deze informatie kan uw assurantietussenpersoon u vervolgens eventueel adviseren over de voor u meest gunstige verzekering.
Voor welke werknemers geldt, als zij ziek worden, de no-riskpolis? En voor welke werknemers kunt u loonkostenvoordeel of loonkostensubsidie krijgen? Christa Jacobs kan u vertellen hoe u geen kans mist om op de kosten van arbeidsongeschikte werknemers te besparen!
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!