Nog eens wijziging van de arbeidsovereenkomst tijdens proeftijd

Nog eens wijziging van de arbeidsovereenkomst tijdens proeftijd
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2010 / 189
Vindplaats: Kantonrechter Wageningen 1 november 2010, www.rechtspraak.nl, ljn: BO4467
Uitspraak

Bij een timmerfabriek is per 4 januari 2010 een commercieel medewerker in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar met een maand proeftijd. Op 2 februari 2010, juist voor het einde van de proeftijd, deelt de timmerfabriek de werknemer mede dat men een voortzetting van de arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar een te groot risico vindt, maar dat men bereid is de arbeidsovereenkomst voort te zetten als de duur daarvan wordt teruggebracht tot zes maanden. De werknemer gaat daarmee akkoord. Als de arbeidsovereenkomst na zes maanden niet verlengd wordt, vordert de werknemer doorbetaling van loon, stellend dat de arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden een niet toegelaten verlenging van de proeftijd was en dat de arbeidsovereenkomst dus nog tot het einde van de periode van twaalf maanden voortduurt.

De kantonrechter is van mening dat geen sprake is van een verlenging van de proeftijd, omdat de werknemer tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst voor zes maanden wezenlijk meer rechten heeft dan tijdens de proeftijd. De arbeidsovereenkomst kan tijdens de looptijd niet worden opgezegd zonder tussenkomst van de rechter of procedure bij UWV WERKbedrijf. Het staat de werkgever vrij om een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden overeen te komen om het functioneren van de werknemer te beoordelen. Wat de werkgever volgens de kantonrechter echter niet kon doen, was de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst voor de duur van twaalf maanden vervangen door één voor de duur van zes maanden, omdat dat in strijd zou zijn met de ratio van de proeftijd. Dat de werknemer er mee heeft ingestemd, doet daaraan volgens de kantonrechter niet af, omdat de werknemer geen keus had. Bij niet akkoord gaan zou hij tijdens de proeftijd zijn ontslagen. De werkgever wordt daarom veroordeeld het loon nog zes maanden door te betalen.


Commentaar

In Arbeidsrecht Actueel nr. 188 beschreven wij een uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch waarin het omzetten tijdens de proeftijd van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in één voor bepaalde tijd toelaatbaar werd geacht. Het verschil met de onderhavige casus was dat de werknemer toen in beginsel ontslagen was en dat op zijn eigen verzoek nog een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd werd aangegaan. Wij waarschuwden toen al dat het wijzigen van de duur van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd riskant is. Het kan gemakkelijk worden gezien als misbruik van de bevoegdheid om op de proeftijd een beroep te doen, aangezien de werknemer bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst een bepaalde onderhandelingspositie (bestaande baan?) had, die hij tijdens de proeftijd niet meer heeft.