Gedifferentieerde WGA-premie 2012 bekend gemaakt


Het UWV heeft de parameters vastgesteld aan de hand waarvan de gedifferentieerde WGA-premies van werkgevers (die geen eigenrisicodrager voor de WGA zijn) voor 2012 worden berekend.

De premies en parameters zijn als volgt vastgesteld:

minimumpremie kleine werkgever:
2009: 0,27%
2010: 0,59%
2011: 0,56%
2012: 0,48%

maximumpremie kleine werkgever:
2009: 1,47%
2010: 1,59%
2011: 1,65%
2012: 1,59%

minimumpremie grote werkgever:
2009: 0,00%
2010: 0,06%
2011: 0,07%
2012: 0,13%

maximumpremie grote werkgever:
2009: 1,96%
2010: 2,12%
2011: 2,20%
2012: 2,12%

grensbedrag grote/kleine werkgever:
2009: € 705.000
2010: € 730.000
2011: € 747.500
2012: € 755.000

rekenpercentage:
2009: 0,57%
2010: 0,59%
2011: 0,62%
2012: 0,55%

gemiddeld werkgeversrisicopercentage:
2009: 0,71%
2010: 0,36%
2011: 0,28%
2012: 0,22%

correctiefactor:
2009: 0,69
2010: 1,47
2011: 1,96
2012: 1,90

Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2012, besluit van UWV van 23 augustus 2011, Staatscourant 1 september 2011, nr. 15509

Het gevolg van de vaststelling van de gedifferentieerde WGA-premie voor 2012 is globaal als volgt:

Kleine werkgevers die de minimumpremie betalen (geen toegerekende WGA-uitkeringen van (ex-) werknemers) zien de premie dalen ten opzichte van 2011: van 0,56% naar 0,48%.
Kleine werkgevers die de maximumpremie betalen (doorgaans het geval zodra wel WGA-uitkeringen aan de werkgever worden toegerekend) gaan iets minder premie betalen: de maximumpremie daalt van 1,65% naar 1,59%, maar het verschil tussen de mi-nimumpremie en de maximumpremie stijgt van 1,09% naar 1,11%.
Grote werkgever die de minimumpremie betalen (geen toegerekende WGA-uitkeringen van (ex-) werknemers) gaan meer premie betalen: 0,13% in plaats van 0,07%;
Grote werkgevers die meer dan de minimumpremie betalen (wel toegerekende WGA-uitkering van ex-werknemers) blijven een belachelijk hoge premie betalen. Dit is vooral het gevolg van de nog steeds veel te hoge correctiefactor waarmee de op het rekenpercentage toe te passen toeslag of korting (die afhankelijk is van het verschil tussen het individuele en het gemiddelde werkgeversrisicopercentage) wordt vermenigvuldigd. Uit een rekenvoorbeeld blijkt dat een werkgever die in 2012 een loonsom heeft van € 1.000.000 en waaraan een bedrag aan (in 2010 aan een (ex-) werknemer uitbetaalde) WGA-uitkering wordt toegerekend van € 10.000 een premie van € 21.200 betaald. Dat is dan meteen de maximumpremie. Zonder maximering van de premie zou zelfs € 22.800 moeten worden betaald. De minimumpremie zou voor die werkgever € 1.300 bedragen, zodat de toerekening van een WGA-uitkering van € 10.000 twee jaar later leidt tot een premiestijging van € 19.900.

Werkgevers die de hoge gedifferentieerde WGA-premie niet willen betalen, hebben nog tot 1 oktober 2011 de kans om de belastingdienst toestemming te vragen om per 1 januari 2012 eigenrisicodrager te worden. Vooral grote werkgevers dienen te overwegen of zij niet zo snel mogelijk eigenrisicodrager dienen te worden, vanwege de absurde gevolgen die de toereke-ning van een WGA-uitkering heeft voor de te betalen gedifferentieerde WGA-premie. Met het oog op de vele verschillen met het systeem van de premiedifferentiatie dient een overstap naar eigenrisicodragen echter uitsluitend weloverwogen te worden genomen om grote onvoorziene problemen te voorkomen.




mr. J.P.M. (Joop) van Zijl.