De initiatiefwet van de Tweede Kamerleden Bussemaker (PvdA) en Van Dijke (Christen Unie) heeft inmiddels het Staatsblad gehaald. Door de wet kunnen werknemers niet meer worden verplicht tot werken op zondag. De werknemer moet per keer met het werken op zondag instemmen en kan niet worden ontslagen wegens het weigeren van die instemming. Een en ander geldt niet voor sectoren waar het werken op zondag uit de aard van de arbeid voortvloeit (bijvoorbeeld: de zorg) en waarin het werken op zondag uitdrukkelijk is bedongen.Daarnaast wordt de werkgever verplicht bij de vaststelling van het arbeidstijdenpatroon van de werknemer zoveel mogelijk rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer buiten de arbeid, waaronder in elk geval begrepen de zorg voor kinderen, afhankelijke familieleden, verwanten en naasten en maatschappelijke verantwoordelijkheden van de werknemer (waaronder volgens de wetsgeschiedenis bijvoorbeeld het trainen van een sportteam zou kunnen vallen). Ook moet de werkgever de arbeid zoveel mogelijk in een bestendig en regelmatig arbeidspatroon laten verrichten, met het oog op de verantwoordelijkheden van de werknemer buiten de arbeid.
De datum van inwerkingtreding van deze wet moet nog nader bij Koninklijk Besluit worden bepaald. Werkgeversorganisaties hebben duidelijk te kennen gegeven niet gecharmeerd te zijn van deze initiatiefwet. Het behoeft dan ook niet te verbazen, als zij zouden proberen tijdens of na de kabinetsformatie invloed uit te oefenen om de regering ertoe te bewegen het wetvoorstel niet in werking te laten treden of in te trekken.