Arbeidsovereenkomst werknemer ontbinding met toekenning van vergoeding aan de werkgever

Arbeidsovereenkomst werknemer ontbinding met toekenning van vergoeding aan de werkgever
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2005 / 111
Vindplaats: Kantonrechter Arnhem 5 augustus 2005, JAR 2005/209
Uitspraak

Een 20-jarige werkneemster is op 24 januari 2005 in dienst getreden van een beletteringsbedrijf als algeheel assistente. Op 13 april 2005 wordt in het handelsregister een vennootschap onder firma ingeschreven tussen de werkneemster en een bij de werkgever gedetacheerde medewerker, waarvan de onderneming zich volgens het handelsregister bezig houdt met het produceren en verkopen van reclamemiddelen. In mei 2005 voert de gedetacheerde medewerker op één van de computers van de werkgever een opdracht uit voor de aanpassing van de belettering van een auto, welke belettering door de werkgever was aangebracht. De auto’s van beide vennoten zijn te zien op een foto die gebruikt wordt op een reclame-uiting, waarbij de auto’s zijn gefotografeerd voor het gebouw van de werkgever. Begin juni wordt aan de vennootschap onder firma een apparaat geleverd om letters te snijden.

Als de werkgever daar achter komt en de werkneemster daarop aanspreekt, wil deze niet zeggen wat zij met het apparaat wil doen en geen verklaring tekenen waarin zij zich verplicht de werkgever geen concurrentie aan te doen. De werkgever stelt de werkneemster daarna op non-actief en vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een ontslagvergoeding aan de werkgever van een bedrag van €3.333,33.

De kantonrechter oordeelt dat de werkneemster zich niet als een goed werkneemster heeft gedragen door een bedrijf te starten dat met het bedrijf van haar werkgever concurreert en door een opdracht voor een klant van de werkgever uit te voeren. Dat twee andere ex-werknemers er een concurrerend bedrijf op na mochten houden naast de arbeidsovereenkomst, helpt de werkneemster niet, omdat de werkgever daarvan vooraf op de hoogte was. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat ook anderen wel eens gebruik maken van de p.c. van de werkgever voor privé-doeleinden. Bovendien werd daar dan voor betaald. De arbeidsovereenkomst wordt daarom met onmiddellijke ingang ontbonden. De kantonrechter acht het ook billijk om aan de werkgever een vergoeding toe te kennen, omdat de werkgever schade heeft geleden in de vorm van gederfde omzet en het inhuren van een vervangende arbeidskracht tijdens de periode van non-activiteit. De kantonrechter kent echter niet het bedrag van €3.333,33 toe, waarvan de werkgever gesteld heeft dat het een symbolisch bedrag is, maar zoekt aansluiting bij de kantonrechtersformule en daarmee bij de draagkracht van de werkneemster. Uitgaande van het bruto maandsalaris inclusief vakantietoeslag, één dienstjaar en een correctiefactor van 1,5 komt de kantonrechter (naar beneden afgerond) op een bedrag van 1.250 dat de werkneemster aan de werkgever moet betalen.


Commentaar

Het komt niet zo vaak voor dat bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding aan de werkgever wordt toegekend. Het kan dus wel…

Als de werkgever schadevergoeding had gewenst, had hij dat echter ook als zodanig kunnen vorderen. Dan had hij echter een afzonderlijke procedure moeten starten, en de omvang van de schade moeten bewijzen, om uiteindelijk toch maar een beperkt bedrag te krijgen. Het vragen van een vergoeding naar billijkheid in een procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst was dan ook wel zo praktisch.