Verhaal van uitbetaalde WAO-uitkeringen op eigenrisicodragers

Verhaal van uitbetaalde WAO-uitkeringen op eigenrisicodragers
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2005 / 105
Vindplaats: Artikel 75b WAO
Uitspraak

Per 1 juli 2004 heeft de regering kleine werkgevers een laatste mogelijkheid geboden om het risico van uitbetaling van de WAO-uitkering van een arbeidsongeschikte werknemer zelf te dragen (hetgeen in de praktijk betekent dat zij dit risico bij een particuliere verzekeringsmaatschappij verzekeren) in plaats van de gedifferentieerde WAO-premie te betalen, die bij toekenning van een WAO-uitkering aan een (ex-)werknemer verhoogd vastgesteld wordt. Veel werkgevers hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, omdat verzekeringsmaatschappijen hen lagere premies aanboden dan bij het UWV betaald zouden moeten worden. In een aantal gevallen zijn deze verzekeringen aangeboden door tussenkomst van brancheorganisaties en is van die mogelijkheid op grote schaal gebruik gemaakt.

Helaas heeft een behoorlijk aantal werkgevers daarbij over het hoofd gezien dat daarmee op hen ook de verplichting ging rusten om de WAO-uitkeringen van de werknemers die op het tijdstip van ingang van het eigenrisicodragen al arbeidsongeschikt waren, gedurende de resterende termijn van vier (bij arbeidsongeschiktheid ingetreden vóór
1 januari 2004: vijf) jaren zelf te betalen. Die verplichting geldt ook ten opzichte van de WAO-uitkeringen van ex-werknemers, indien deze ex-werknemers op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid bij de betreffende werknemer in dienst waren. Ook komt het voor dat werkgevers wel wisten dat zij die WAO-uitkeringen zelf moesten betalen, maar waren zij met het bestaan van die WAO-uitkeringen niet bekend. Als het UWV zijn taken correct vervult, stuurt het de werkgever echter een kopie van elke beslissing omtrent het recht op de WAO-uitkering van de betreffende (ex-)werkgever.

Het UWV heeft aanvankelijk verzuimd de betreffende werkgevers aan te schrijven en is nu bezig die werkgevers alsnog aan te schrijven om enerzijds de verdere uitbetaling van de WAO-uitkering zelf te doen en anderzijds de sinds 1 juli 2004 uitbetaalde WAO-uitkeringen op hen te verhalen.

Helaas valt hier slechts in een uitzonderingsgeval wat tegen te doen. Ook als de werkgever ophoudt eigenrisicodrager te zijn, moet hij de betreffende WAO-uitkering toch blijven betalen. Wel kan worden onderzocht of de verzekeraar, de assurantietussenpersoon of degene die de werkgever bij het eigenrisicodragen heeft geadviseerd niet voor de schade aansprakelijk kan worden gesteld wegens gebrekkige informatieverschaffing over de gevolgen van het eigenrisicodragen.


Commentaar

Op zichzelf is met eigenrisicodragen helemaal niets mis. Degene die overweegt eigenrisicodrager te worden (en grote werkgevers kunnen dat nog steeds) moet echter wel meer doen dan alleen de premie van het UWV vergelijken met die van een verzekeringsmaatschappij. Met eigenrisicodragen en met het betalen van gedifferentieerde WAO-premie worden weliswaar dezelfde WAO-uitkeringen gedekt, maar het gaat hier om heel verschillende regelingen, met elk eigen voor- en nadelen voor de werkgever, die maken dat de werkgever bij een eventuele overstap naar eigenrisicodragen goed geadviseerd moet worden.

Per 1 januari 2006 treedt de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) in werking, als opvolger van de huidige WAO. Ook deze wet kent een vergelijkbare keuze tussen eigenrisicodragen en gedifferentieerde premie betalen. Ook hier geldt dat eigenrisicodragen onder omstandigheden in beginsel een voordelige optie kan zijn (al is nog niet precies bekend hoe de gedifferentieerde premie vorm wordt gegeven, omdat de Invoeringswet WIA, waarin dat geregeld wordt, pas in mei 2005 bij de Tweede Kamer wordt ingediend), maar dat een overstap zonder behoorlijk advisering grote risico