Geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting na gedeeltelijke werkhervatting

Geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting na gedeeltelijke werkhervatting
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2004 / 95
Vindplaats: voorzieningenrechter rechtbank Zwolle, sector kanton, locatie Deventer 26 augustus 2004, nummer 242051 VV 04-22, www.rechtspraak.nl LJN-nummer: AQ7876
Uitspraak

Een werkneemster werkt als sectormanager bij een beddenfabriek. Voorafgaand aan de geboorte van haar eerste kind is zij arbeidsongeschikt geworden. Medio 1998 liep de periode van 52 weken af, gedurende welke de werkgever gehouden was het loon tijdens ziekte door te betalen (tevens de wachttijd voor de WAO). Aan de werkneemster wordt dan een WAO-uitkering toegekend op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid (voor gangbare arbeid in de zin van de WAO) van 25-35%. Deze arbeidsongeschiktheid in de zin van de WAO heeft tot 1 maart 2004 voortgeduurd.

In verband met de arbeidsongeschiktheid is de werkneemster op een vestiging passend werk gaan verrichten, achtereenvolgens als manager kwaliteit en manager productie. Op 1 maart 2004 is zij op de hoofdvestiging een lichtere functie gaan vervullen gericht op productontwikkeling, maar op 10 maart 2004 valt zij opnieuw volledig arbeidsongeschikt uit.

In geschil is, of de werkneemster recht heeft op doorbetaling van loon tijdens ziekte vanaf 10 maart 2004. De werkneemster stelt (ondersteund door een second opinion van het UWV) dat zij zich op 10 maart 2004 ziek gemeld heeft en dat zij daarom recht op loon heeft. De kantonrechter te Deventer volgt in kort geding echter het standpunt van de werkgever. Dat standpunt houdt in dat de werkneemster sinds het einde van de wachttijd van 52 weken in de loop van 1998 niet gedurende tenminste vier weken haar oorspronkelijke werkzaamheden als sectormanager heeft hervat, zodat daarna (ondanks de sindsdien verrichte werkzaamheden, die als het verrichten van passende arbeid moeten worden beschouwd) geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting meer is ontstaan.


Commentaar

Over de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte wordt weinig geprocedeerd. Dat is jammer, omdat daardoor belangrijke vragen vaak lang onbeantwoord blijven. Het belang van deze vragen is toegenomen sinds op 1 januari 2004 de loondoorbetalingsverplichting is verlengd van één naar twee jaar. Eén van de vragen waarover nog geen volstrekte helderheid bestaat, is de vraag of, en zo ja wanneer, gedeeltelijke werkhervatting gedurende tenminste vier weken een nieuwe periode doet ontstaan waarin de werkgever verplicht is het loon tijdens ziekte door te betalen. Daarbij zou nog verschil gemaakt kunnen worden tussen gedeeltelijke hervatting van het eigen werk, en gehele of gedeeltelijke hervatting van ander werk (passende arbeid). De weinige jurisprudentie die op dat gebied bestaat geeft daarop geen eenduidig antwoord.

De kantonrechter in Deventer volgt een redenering die naar onze mening precies past in het systeem van de wet: een nieuwe periode van loondoorbetaling tijdens ziekte ontstaat pas als de werknemer gedurende tenminste vier aaneengesloten weken de eigen bedongen werkzaamheden volledig hervat. In het oog gehouden moet worden, dat voor de loondoorbetaling tijdens ziekte een ander arbeidsongeschiktheidsbegrip geldt (arbeidsongeschikt voor de bedongen werkzaamheden) dan voor de WAO (arbeidsongeschikt voor gangbare arbeid). De werkneemster die geen recht meer heeft op loon, kan zich tot het UWV wenden voor een WAO- of WW-uitkering. Een WAO-uitkering kan in bepaalde gevallen na een wachttijd van vier weken worden toegekend, als sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid voor gangbare arbeid, met name als de oorzaak van de toename van de arbeidsongeschiktheid dezelfde is als die waardoor de werkneemster eerder (maar niet langer dan vijf jaar geleden) al de wachttijd van 52 weken heeft doorlopen. Indien en voor zover aan de werkneemster geen WAO-uitkering wordt toegekend, heeft zij in beginsel (ondanks de nog doorlopende arbeidsovereenkomst) recht op een WW-uitkering, omdat zij haar arbeidsuren en haar recht op loondoorbetaling heeft verloren. De werkneemster moet dan op de arbeidsmarkt solliciteren naar gangbare arbeid van het soort dat bij de WAO-beoordeling voor haar geschikt werd geacht.