Geen betaling aan uitzendbureau van schadeloosstelling bij in dienst nemen uitzendkracht
Datum: 00-00-0000 Uitgavejaar en uitgavenummer: 1998 / 18 Vindplaats: Zie: arrondissementsrechtbank Zutphen 29 januari 1998, JAR 1998/65
Uitspraak
Een uitzendbureau leende vier uitzendkrachten uit aan een onderneming. Vanaf december 1994 hebben deze uitzendkrachten via een ander uitzendbureau voor dezelfde onderneming gewerkt. Het eerstgenoemde uitzendbureau claimt daarop van de onderneming een schadeloosstelling die zij in haar algemene voorwaarden heeft bedongen. De onderneming beroept zich er op dat dit beding nietig is omdat het in strijd is met artikel 93 van de Arbeidsvoorzieningswet, dat uitzendbureaus verbiedt uitzendkrachten te belemmeren arbeidsverhoudingen met derden aan te gaan. De rechtbank honoreert dit verweer. Het beding werpt een financiële barrière voor de inlener op om met de uitzendkracht een arbeidsverhouding aan te gaan, welke barrière niet aanwezig zou zijn bij het inlenen van een willekeurige andere arbeidskracht. Het beding is daardoor nietig.
Commentaar
De bepaling dat de inlener van een uitzendkracht onder bepaalde voorwaarden een schadeloosstelling moet betalen aan het uitzendbureau komt voor in de algemene voorwaarden van alle uitzendbureaus. Dat de voorwaarde in strijd was met de wettelijke bepaling die uitzendbureaus verbiedt de uitzendkracht te belemmeren bij het aangaan van een arbeidsverhouding met derden, was reeds eerder bepaald in een vonnis van de kantonrechter Maastricht van 12 juli 1989, NJ 1990, 389. Desondanks zijn uitzendbureaus doorgegaan met het bedingen en innen van dergelijke schadeloosstellingen. Zodra de nieuwe wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs in werking treedt, vervalt het betreffende wettelijke verbod. Tot die tijd kunnen inleners van uitzendkrachten zich nog tegen betaling van de schadeloosstelling verzetten.
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA moeten in 2025 een belangrijke keuze maken!
Voor veel werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA verloopt op 1 januari 2026 de looptijd van de afgesloten verzekering. Dat betekent dat in het najaar een keuze moet worden gemaakt voor het al dan niet voortzetten van het eigenrisicodragen. Als gekozen wordt voor voortzetting van het eigenrisicodragen zal vervolgens een keuze moeten worden gemaakt voor een verzekeringsmaatschappij.
Wij kunnen zorgen voor onafhankelijk advies over de voor- en nadelen van eigenrisicodragen. Wij gebruiken daarbij de meest nauwkeurige berekeningen van de terugkeerpremie die u zou betalen als u besluit terug te keren naar het publieke stelsel. Met deze informatie kan uw assurantietussenpersoon u vervolgens eventueel adviseren over de voor u meest gunstige verzekering.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en werknemersverzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 10 maart 2025: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 11 maart 2025: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 12 maart 2025: Van der Valk Hotel Zwolle
- donderdag 13 maart 2025: Van der Valk Hotel Dordrecht
- dinsdag 18 maart 2025: Van der Valk Hotel EINDHOVEN*
- woensdag 19 maart 2025: Van der Valk Hotel Middelburg (of online)
- donderdag 20 maart 2025: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
* Let op: de bijeenkomst is dus eenmalig NIET in Van der Valk Hotel Best.
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van woensdag 19 maart 2025 en donderdag 20 maart 2025.
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!