Datum: 00-00-0000 Uitgavejaar en uitgavenummer: 1999 / 25 Vindplaats: Zie: kantonrechter Zwolle 24 november 1998 (ongepubliceerd)
Uitspraak
De heer Van T. is lid van volleybalvereniging S. Voor deze vereniging komt hij uit in de eredivisie. Hij traint 15 uur per week en krijgt van de vereniging een onkostenvergoeding van 2.000 per jaar (die door de fiscus voor 1.000 als loon wordt aangemerkt) en een bijdrage in zijn woonlasten van 4.400 per jaar. Van T. heeft zich schriftelijk verplicht om onder die voorwaarden gedurende de seizoenen 1997/1998 en 1998/1999 voor de volleybalvereniging uit te komen. Op 25 februari 1998 zegt hij echter zijn lidmaatschap op, omdat hij voor 20.000 per seizoen uit kan komen voor een andere volleybalvereniging, die bovendien hoger in de competitie meedraait en op Europees niveau actief is. Een kort geding vordering van volleybalvereniging S. om Van T. te verplichten zijn contract met de volleybalvereniging na te komen, wordt afgewezen. Van T. (die anders dan de volleybalvereniging van mening is dat sprake is van een arbeidsovereenkomst) vraagt aan de kantonrechter ontbinding van die arbeidsovereenkomst, omdat hij zich sportief en financieel kan verbeteren. Dat verzoek wordt toegewezen. De kantonrechter is van mening dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. De daartoe noodzakelijke gezagsverhouding wordt onder meer afgeleid uit het feit dat Van T. de overeenkomst niet zo maar kan opzeggen, dat de volleybalverenigingen eisen kon stellen aan het volgen van de trainingen en het opnemen van vakantie en dat de volleybalvereniging een instructiebevoegdheid had. Ook het feit dat bij ziekte de vergoeding werd doorbetaald, speelde een rol. De financiële en sportieve verbetering die Van T. kan behalen, vormt vervolgens de reden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Commentaar
De beschikking toont nog maar eens aan dat een arbeidsovereenkomst sneller aanwezig is, dan vaak verondersteld wordt. Het muisje krijgt voor de volleybalvereniging bovendien nog een staartje. Van T. heeft aangekondigd betaling van het wettelijk minimumloon te gaan vorderen.
Werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA moeten in 2025 een belangrijke keuze maken!
Voor veel werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de WGA verloopt op 1 januari 2026 de looptijd van de afgesloten verzekering. Dat betekent dat in het najaar een keuze moet worden gemaakt voor het al dan niet voortzetten van het eigenrisicodragen. Als gekozen wordt voor voortzetting van het eigenrisicodragen zal vervolgens een keuze moeten worden gemaakt voor een verzekeringsmaatschappij.
Wij kunnen zorgen voor onafhankelijk advies over de voor- en nadelen van eigenrisicodragen. Wij gebruiken daarbij de meest nauwkeurige berekeningen van de terugkeerpremie die u zou betalen als u besluit terug te keren naar het publieke stelsel. Met deze informatie kan uw assurantietussenpersoon u vervolgens eventueel adviseren over de voor u meest gunstige verzekering.
Vaktechnisch overleg arbeidsrecht en werknemersverzekeringen
Tijdens het vaktechnisch overleg (vier maal per jaar) bespreken wij vragen van deelnemers en de actualiteiten van de voorgaande drie maanden. De eerstvolgende bijeenkomsten vinden plaats op:
- maandag 10 maart 2025: Koning Willem II-stadion, Tilburg
- dinsdag 11 maart 2025: De Soesterduinen, Soest
- woensdag 12 maart 2025: Van der Valk Hotel Zwolle
- donderdag 13 maart 2025: Van der Valk Hotel Dordrecht
- dinsdag 18 maart 2025: Van der Valk Hotel EINDHOVEN*
- woensdag 19 maart 2025: Van der Valk Hotel Middelburg (of online)
- donderdag 20 maart 2025: Van der Valk Hotel Akersloot (of online)
* Let op: de bijeenkomst is dus eenmalig NIET in Van der Valk Hotel Best.
Online deelname is mogelijk bij de bijeenkomsten van woensdag 19 maart 2025 en donderdag 20 maart 2025.
Wilt u daarbij ook concrete adviezen ontvangen waarmee u eventueel zelf gewenste acties kunt nemen? Upgrade dan uw arbeidsrecht abonnement naar een plus- of top abonnement!