Geen dienstbetrekking tussen interim-manager en bemiddelingsbureau

Geen dienstbetrekking tussen interim-manager en bemiddelingsbureau
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2000 / 35
Vindplaats: Zie: Centrale Raad van Beroep 16 december 1999, nr. 1998/4955, Fiscanet
Uitspraak

Een bemiddelingsbureau beschikt over een bestand van 80 ten tijde van de zitting van de Centrale Raad van Beroep aangegroeid tot 200) interim-managers die bij opdrachtgevers van het bureau worden ingezet. Het bureau sluit daartoe overeenkomsten met interim-managers of (zoals in dit geval) met hun persoonlijke vennootschap. In de managementovereenkomst wordt bepaald welk bedrag het bureau aan de interim-manager verschuldigd is voor diens werkzaamheden, dat de interim-manager verplicht is het bureau over de voortgang van de werkzaamheden te informeren, dat de interim-manager overleg met het bureau moet plegen over onderwerpen die een evaluatie van de opdracht mogelijk moeten maken en dat de interim-manager zich als een goed vertegenwoordiger van het bureau moet gedragen. In de overeenkomsten tussen het bureau en haar opdrachtgevers is bepaald dat de managementwerkzaamheden worden verricht onder supervisie van het bureau en dat het bureau de interim-manager middels een schaduw-interim-manager met raad en daad zal bijstaan. Het Lisv en de rechtbank concluderen hieruit dat de interim-manager bij het bureau werkzaam is in een privaatrechtelijke dienstbe-trekking.
De Centrale Raad van Beroep vernietigt echter de uitspraak van de rechtbank. Weliswaar acht hij van geen belang dat de overeenkomst door het bureau is gesloten met de B.V. van de interim-manager nu duidelijk is dat slechts de interim-manager de werkzaamheden dient te verrichten. De Raad is echter van mening dat de interim-manager niet werkzaam is onder gezag van het bureau omdat niet geregeld werkopdrachten gegeven kunnen worden. De interim-managers voeren hun werkzaamheden geheel naar eigen inzicht uit en werken ten kantore van de opdrachtgever. Het contact met de interim-manager geschiedt voornamelijk op verzoek van de interim-manager zelf als die behoefte heeft aan ruggespraak of ondersteuning. Ook het aantal van twee schaduw-interim-managers op (inmiddels) 200 interim-managers wijst niet op reële gezagsuitoefening. Tenslotte is de Raad van oordeel dat de periodieke evaluatiebesprekingen en het feit dat een interim-manager bij klachten van een opdrachtgever niet meer door het bureau wordt ingezet, niet inhouden dat de interim-manager bij zijn dagelijkse werkzaamheden onder werkgeversgezag van het bureau staat.


Commentaar

Nadat in een besluit van het Lisv inmiddels is bepaald wanneer een interim-manager als zelfstandige kan worden beschouwd (zodat van een fictieve dienstbetrekking geen sprake meer kan zijn) geeft de bovenstaande uitspraak duidelijkheid over de verzekeringsplicht van de interim-manager bij een (gewone) dienstbetrekking. In reële situaties zal een interim-manager niet snel meer verzekeringsplichtig zijn!