Lasser niet in dienstbetrekking werkzaam

Lasser niet in dienstbetrekking werkzaam
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2000 / 38
Vindplaats: Zie: CRvB 20 maart 2000, nr. 98/5224, Sv-online
Uitspraak

Een zelfstandig lasser voert werkzaamheden, die bestaan uit het lassen en fitten van gasleidingen, uit in een door hem gehuurde loods. Bij deze zelfstandige lasser zijn in 1994 en 1995 werkzaamheden verricht door twee andere lassers. GAK Nederland B.V. is van oordeel dat deze werkzaamheden zijn verricht in dienstbetrekking, althans in een daarmee gelijkgestelde arbeidsverhouding, zodat premies werknemersverzekeringen moesten worden ingehouden. GAK voert daartoe aan, dat een gezagsverhouding aanwezig is, omdat de lassers overeenkomstig een tekening de werkzaamheden dienden te verrichten, de tekening vooraf besproken werd en het eindresultaat achteraf gecontroleerd werd. Nu het om een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering ging, is volgens GAK onaannemelijk dat de werkzaamheden zonder aanwijzing, toezicht en controle werden verricht. GAK acht verder van belang dat de werkzaamheden in de loods van de zelfstandig lasser werden verricht en in overwegende mate met gebruikmaking van diens lasapparatuur en overige materialen. De rechtbank te Haarlem heeft het beroep van de zelfstandig lasser ongegrond verklaard. Bij de Centrale Raad van Beroep heeft de zelfstandig lasser meer succes. De Raad oordeelt dat de lassers de werkzaamheden zelfstandig uit-voerden. De eindcontrole doet daaraan niet af. De Raad acht van belang dat de lassers de werkzaamheden voor eigen rekening moesten over-doen als het afgeleverde product bij eindcontrole werd afgekeurd. De Raad acht ter zitting aan-getoond dat de lassers in beginsel hun eigen gereedschap gebruikten. Als gevolg hiervan is geen sprake van een reële gezagsverhouding en kan geen premieplicht worden gebaseerd op een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Een gelijkgestelde arbeidsverhouding is volgens de Centrale Raad van Beroep evenmin aanwezig, vanwege de zelfstandigheid van de lassers. Daartoe wijst de Raad allereerst op de zelfstandigheidsverklaringen van de lassers, waaraan GAK ten onrechte zonder nader onderzoek voorbij is gegaan. Ook in dit verband noemt de Raad het feit dat bij eindcontrole afgekeurde werkzaamheden voor eigen rekening moesten worden overgedaan en verder relevante investeringen in eigen gereedschap. Weliswaar hadden de lassers gelijktijdig maar één opdrachtgever, maar in het vervolg hadden zij wel meerdere opdrachtgevers.


Commentaar

Een interessante uitspraak voor alle "zzp-ers" (dat zijn: "zelfstandigen zonder personeel" zoals die met name in de bouw vaak voorkomen) en vooral voor hun opdrachtgevers. Veel gebruikte argumenten van het Lisv om verzekeringsplicht aan te nemen (bijvoorbeeld: "eindcontrole wijst op gezagsverhouding" en "werkzaamheden maken essentieel onderdeel uit van bedrijfsvoering") zijn in dit geval onvoldoende gebleken om daadwerkelijk tot een gezagsverhouding te concluderen. Voor uitsluitend deze argumenten behoeft men in de praktijk dus niet te zwichten.