Een bedrijf houdt zich bezig met de verkoop van siergrindvloeren, met name aan particulieren. Bij de verkoop is inbegrepen het leggen van vloeren. Deze activiteit wordt feitelijk verricht door werknemers van een zusterbedrijf. Het bedrijf is van mening dat het ingedeeld moet worden bij sector 42 (groothandel II) omdat zij (met drie showrooms en bijbehorend verkooppersoneel) stelt een verkoopkantoor te zijn en het leggen van vloeren geschiedt onder verantwoordelijkheid van en door (ongeveer 20) werknemers van het zusterbedrijf. De overeenkomsten tot het leggen van de vloeren stelt zij af te sluiten namens het zusterbedrijf. Het Lisv deelt het bedrijf echter in in sector 57 (stukadoorsbedrijf).
De Centrale Raad van Beroep (die in dit soort zaken als eerste en enige rechter oordeelt) is van mening dat niet is gebleken dat de overeenkomsten tot het leggen van de vloeren namens het zusterbedrijf worden gesloten. Het bedrijf sluit één overeenkomst strekkend tot het leggen van een vloer, waarbij de materiaalkosten zijn inbegrepen. De koper ontvangt ook slechts één factuur, waarin de legkosten zijn opgenomen. De koper heeft met het zusterbedrijf geen contact. De Raad concludeert daaruit dat het bedrijf zich in het maatschappelijk verkeer presenteert als een bedrijf dat grindvloeren legt en dat aan de afspraken met het zusterbedrijf slechts interne betekenis toekomt. Nu sier- of korrelgrindbedrijven krachtens het beleid van het Lisv steeds in sector 57 worden ingedeeld, wordt het beroep ongegrond verklaard.
De sectorindeling is van belang voor de hoogte van de te heffen premies werknemersverzekeringen. De WAO- en (voor zover van belang) ZFW-premies zijn in alle bedrijfssectoren even hoog en voor de Ziektewet wordt geen premie meer geheven. Ten aanzien van de WW-premie zijn er echter verschillen in het deel van de premie dat bestemd is voor het wachtgeldfonds (waaruit de premie voor het eerste halfjaar van werkloosheid wordt betaald). Deze verschillen kunnen aanzienlijk zijn. Volgens de Organisatiewet Sociale Verzekeringen wordt de werkgever ingedeeld bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren die hij als werkgever doet verrichten. In dit geval behoorden daartoe volgens de Centrale Raad van Beroep ook werkzaamheden die in de interne verhouding met een zusterbedrijf door dat zusterbedrijf werden verricht.