Een bezorger van leesportefeuilles meldt zich op 15 februari 1999 ziek. In maart 2000 vordert de bezorger het salaris over de maand mei 1999. Niet duidelijk is of de bezorger zijn werkgever eerder tot betaling heeft aangesproken, of de arbeidsovereenkomst nog bestaat en of het salaris na mei 1999 wel betaald is. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer af, omdat de werknemer in strijd met de controlevoorschriften van 11 mei 1999 tot 16 juli 1999 niet voor controle door de arbodienst op zijn woonadres beschikbaar was en geen ander verpleeg- of verblijfadres had opgegeven. De bezorger beschikt in strijd met de wet en de controlevoorschriften ook niet over een second opinion. De kantonrechter wijst de loonvordering op die grond af.De bezorger gaat in hoger beroep bij de rechtbank. Hij stelt dat de arbodienst op de hoogte was van zijn tijdelijk verblijf op een camping in verband met de renovatie van een woning, dat hij steeds op zijn mobiele telefoon bereikbaar is geweest en dat hij steeds contact heeft gehad met de arbodienst zodat die ook over de maand mei 1999 heeft kunnen vaststellen dat hij arbeidsongeschikt was. In het niet thuis zijn op 11 mei 1999 ziet de werknemer geen schending van de controlevoorschriften, omdat hij niet de gehele dag thuis hoeft te zijn. De bezorger stelt zich wel aan instructies van de controleur van de arbodienst te hebben gehouden. Een second opinion van de uitvoeringsinstelling was zijns inziens niet nodig, nu niet in discussie is of hij in mei 1999 ziek was, maar of hij de controlevoorschriften heeft overtreden. Tenslotte stelt de bezorger dat de werkgever hem in kennis had moeten stellen van het vermoeden dat de controlevoorschriften werden geschonden.De rechtbank volgt de bezorger in zijn stelling dat voor het instellen van de loonvordering geen second opinion nodig is, omdat de werkgever noch de arbodienst de bezorger ondubbelzinnig heeft medegedeeld dat de werknemer niet arbeidsongeschikt werd geacht en omdat een second opinion niet nodig is bij een geschil over de naleving van controlevoorschriften.Het feit dat de bezorger bij controle door de arbodienst niet thuis was, werpt de rechtbank de bezorger niet tegen omdat hij wegens de psychische aard van zijn klachten niet thuis behoefde te blijven en omdat de bezorger wel gereageerd heeft op een oproep van de arbodienst om contact op te nemen. In het eenmalig vergeten van een afspraak met de arbodienst ziet de rechtbank geen handelen in strijd met instructies van de arbodienst. Voor zover de bezorger controlevoorschriften niet heeft nageleefd, heeft dit de arbodienst naar het oordeel van de rechtbank uiteindelijk niet verhinderd dat de arbodienst heeft kunnen vaststellen of de werknemer recht op loon heeft. Belangrijker vindt de rechtbank dat de werkgever de bezorger niet in kennis gesteld heeft van haar vermoeden van schending van de controlevoorschriften, zoals de wet vereist. In verband daarmee kon de werkgever de loonbetalingsverplichting niet opschorten. De vorderingen van de bezorger worden door de rechtbank alsnog toegewezen.
Bij niet-naleving van de controlevoorschriften ziekteverzuim kan de werkgever de loondoorbetaling opschorten, als de voorschriften redelijk zijn, schriftelijk zijn verstrekt en niet verder gaan dan nodig is om vast te stellen of de werknemer ondanks niet werken recht heeft op loon (dat wil zeggen: om vast te stellen of de werknemer ziek is). Wil de werkgever de loondoorbetalingsverplichting kunnen opschorten, dan moet hij de werknemer daarvan kennis geven direct nadat het vermoeden van overtreding van de controlevoorschriften bij hem is gerezen. Het loon moet alsnog betaald worden, als blijkt dat de werknemer ziek is en dus, ondanks niet werken, recht op loon heeft.