Reintegratie van arbeidsongeschikte werknemers bij een andere werkgever

Reintegratie van arbeidsongeschikte werknemers bij een andere werkgever
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2002 / 68
Vindplaats: Zie: artikelen 8, 10 en 15 Wet REA, artikel4.3 e.v. Besluit SUWI
Uitspraak

Bij de invoering van de Wet verbetering Poortwachter en de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) is een nieuwe verdeling gemaakt van de verantwoordelijkheid voor de reïntegratie van arbeidsongeschikten. Daarbij is de werkgever niet langer alleen verantwoordelijk voor de reintegratie van de werknemer in zijn eigen bedrijf (zowel voor het eigen werk van de werknemer als voor ander werkt dat past bij de beperkingen van de werknemer) maar ook voor de reintegratie van de werknemer in werk bij een andere werkgever. Het UWV is alleen nog verantwoordelijk voor de reintegratie van werknemers die geen werkgever meer hebben (uitzendkrachten en werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is geeindigd door opzegging tijdens de proeftijd, door het eindigen van de voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst of na opzegging na twee jaar arbeidsongeschiktheid), voor ´werknemers´ die verzekerd zijn op grond van een fictieve dienstbetrekking en die dus in de zin van het arbeidsrecht geen werkgever hebben en voor arbeidsongeschikte zelfstandigen en jonggehandicapten.De nieuwe verantwoordelijkheid van werkgevers voor reintegratie van de arbeidsongeschikte werknemers voor wie in het eigen bedrijf geen passend werk voor handen is, gaat pas op 1 januari 2003 in en geldt dan voor werknemers die op of na die datum arbeidsongeschikt zijn geworden. De werkgever is verplicht om voor het zoeken van passend werk bij een andere werkgever een reintegratiebedrijf in te schakelen. De kosten daarvan worden voor 50% door het UWV gesubsidieerd. De andere 50% worden alleen gesubsidieerd indien de reintegratie succesvol is. Daarvan is pas sprake als de werknemer met een andere werkgever een arbeidsovereenkomst voor de duur van tenminste 26 weken aangaat, binnen drie maanden nadat de reintegratieverantwoordelijkheid van de werkgever is geeindigd.


Commentaar

De reintegratieverantwoordelijkheid van de werkgever eindigt pas bij het einde van de arbeidsovereenkomst. Dat betekent dat de werkgever er belang bij kan hebben om de arbeidsovereenkomst op te zeggen indien en zodra de arbeidsongeschiktheid twee jaar heeft geduurd (waartoe een ontslagvergunning moet worden gevraagd bij de Centrale Organisatie Werk en Inkomen). De werkgever kan er overigens voor kiezen om ook na het einde van de arbeidsovereenkomst gedurende een door hem aan te geven periode van maximaal zes jaren verantwoordelijk te blijven voor de reintegratie van de werknemer. De werkgever heeft belang bij een goed verloop van de reintegratie van de werknemer, omdat hij middels loondoorbetaling tijdens ziekte en verhoging van de gedifferentieerde WAO-premie (dan wel: betaling van de WAO-uitkering als eigen risicodrager) in feite veelal de kosten draagt van de eerste zes jaren van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Om die kosten zoveel mogelijk te beperken, is een succesvol verloop van de reintegratie van groot belang. In verband daarmee is het voor een werkgever vaak helemaal niet zo onverstandig ook na het einde van de arbeidsovereenkomst verantwoordelijk te blijven voor de reintegratie. De werkgever moet dan weliswaar zelf de kosten van de reintegratie voldoen, maar daar staat tegenover dat hij ook zelf de beslissingen kan nemen en voor een goed verloop van de reintegratie niet verantwoordelijk is voor de beslissingen die het UWV neemt, of juist niet neemt.