Een werknemer van een accountantskantoor volgt een opleiding tot gecertificeerd accountant-administratieconsulent. De (niet geringe) kosten van deze studie worden door zijn werkgever betaald. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de werknemer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer het nog niet afgeschreven deel van de door de werkgever voor hem betaalde studiekosten moet terugbetalen. Met ingang van 1 januari 1995 verandert de werknemer van werkgever. Op grond van de studiekostenbepaling in het arbeidscontract moet de werknemer daarom fl. 7.277 terugbetalen aan zijn (ex-) werkgever. Zijn nieuwe werkgever, die van mening is dat hij van de door zijn nieuwe werknemer genoten opleiding profijt zal hebben, is van mening dat de werknemer niet met deze last moet worden opgezadeld en neemt de schuld van zijn nieuwe werknemer aan diens vorige werkgever over. De nieuwe werkgever betaalt het bedrag van de studieschuld van zijn nieuwe werknemer rechtstreeks aan de oude werkgever. Door de schuldovername verkrijgt de (nieuwe) werkgever een vordering op zijn werknemer, die door die werkgever over een periode van drie jaar in gelijke delen wordt kwijtgescholden. De belastingdienst stelt dat het bedrag van de jaarlijkse kwijtschelding door de nieuwe werkgever als loon moet worden aangemerkt in de zin van de Wet op de loonbelasting. Het gerechtshof te "s-Hertogenbosch is het met de belastingdienst eens. Het bedrag dat door de nieuwe werkgever wordt kwijtgescholden is niet vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid aanhef en onderdeel i van de Wet op de loonbelasting (vrijstelling voor door werkgever betaalde studiekosten van werknemer). De kwijtschelding kan niet worden gezien als een vergoeding door de werkgever van door de werknemer gemaakte studiekosten, maar moet worden beschouwd als de kwijtschelding van een persoonlijke schuld van de werknemer aan de nieuwe werkgever.
De situatie zoals die zich in dit geval voordeed komt in de praktijk regelmatig voor. Er wordt niet altijd bij stilgestaan dat de systematiek van de Wet op de loonbelasting daaraan de bovenstaande consequentie verbindt.