Aansprakelijkheid van werknemer voor diefstal van geld uit vrachtwagen

Aansprakelijkheid van werknemer voor diefstal van geld uit vrachtwagen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2005 / 101
Vindplaats: kantonrechter Zwolle 14 september 2004, RAR 2005/12
Uitspraak

Een werknemer is op 25 maart 2001 in dienst getreden van een transportbedrijf als internationaal chauffeur. In die functie neemt de werknemer remboursgelden voor de werkgever in ontvangst. De arbeidsovereenkomst bepaalt daarover niets. Op 16 januari 2003 worden tijdens aflevering van producten aan een afnemer acht enveloppen uit de cabine van de vrachtwagen gestolen met daarin een bedrag van 7.755,33 aan eerder die dag van afnemers in ontvangst genomen remboursgelden. Ook de portemonnee van de werknemer met 120 is verdwenen. Het geld lag in het dashboard en niet in het kluisje onder de bestuurdersstoel. Het alarm van de vrachtwagen was al drie weken buiten werking. Een werknemer van de afnemer waar de diefstal plaatsvond heeft een schriftelijke verklaring afgelegd waaruit blijkt dat de werknemer de vrachtwagen heeft afgesloten. Uit politieonderzoek blijkt dat aan de auto geen braaksporen te zien zijn en dat ook niet te constateren is dat de sloten met een andere dan een originele sleutel zijn geopend.

Het transportbedrijf stelt de werknemer aansprakelijk omdat hij heeft nagelaten de gelden in de kluis op te bergen en (blijkens het politieonderzoek) de auto af te sluiten.

De kantonrechter stelt voorop dat volgens de wet voor aansprakelijkheid van de werknemer vereist is dat sprake is van bewuste roekeloosheid. Daartoe moet de werknemer zich volgens de kantonrechter bewust zijn geweest van vergaande nonchalance en daar desondanks in hebben volhard. Ook als juist is dat de werknemer een raam op een kier heeft laten staan, zoals de werkgever op basis van een gesprek met de werknemer stelt, is dat geen bewuste roekeloosheid.

De kantonrechter acht bovendien van belang dat een behoorlijke schriftelijke instructie over hoe om te gaan met ontvangen remboursgelden pas na het voorval tot stand is gekomen. Gelet op de gebruikelijke neiging van een werknemer om in een werksituatie met het verstrijken van de tijd minder oplettend en voorzichtig te zijn met betrekking tot aan die werksituatie verbonden risico


Commentaar

Het vonnis zegt daarover niets, maar op de achtergrond zal toch ook de gedachte een rol hebben gespeeld dat de werknemer ook zelf het geld zou kunnen hebben verduisterd. Juist als die verdenking een rol speelt, is het voor de werkgever vaak zuur dat de bewijslast zo zwaar is, dat opzet of bewuste roekeloosheid moet worden bewezen, hetgeen doorgaans vrijwel onmogelijk is. Ook in dit geval zijn de vastgestelde feiten duidelijk onvoldoende om vast te stellen dat de werknemer zich van zijn roekeloosheid bewust is geweest.