Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden toegestaan

Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden toegestaan
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2007 / 134
Vindplaats: Kantonrechter Enschede 27 maart 2007, www.rechtspraak.nl, ljn: BA2845
Uitspraak

Een reisbureau heeft in de jaren 1999 tot en met 2003 aanloopverliezen gemaakt. Het jaar 2005 verloopt vervolgens rampzalig. De situatie is zo ernstig dat de huisbankier de onderneming onder het beheer van de afdeling bijzondere kredieten plaatst, hetgeen er op wijst dat gevreesd wordt voor een faillissement.

Het reisbureau ziet zich gedwongen de arbeidsvoorwaarden van de achttien werknemers te versoberen. Met de werknemers wordt afgesproken dat de secundaire arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2006 worden versoberd op voorwaarde dat zij inspraak krijgen bij het opstellen van een personeelsgids. Eén werknemer, een accountmanager, is op dat moment ziek. Voor deze werknemer betekent de wijziging van de arbeidsvoorwaarden dat vrijwel alle individueel overeengekomen secundaire arbeidsvoorwaarden worden ingetrokken: de tegemoetkoming in de ziektekosten, die na de invoering van het nieuwe zorgstelsel nog € 53,63 per maand zou bedragen, een werkgeversbijdrage van 50% van de pensioenpremie, de onkostenvergoeding, indexering van het salaris en de auto van de zaak. De werknemer stelt dat zijn netto inkomen daardoor met ongeveer de helft is gedaald en maakt daartegen bezwaar.

De kantonrechter oordeelt dat de bedrijfseconomische situatie van de werkgever eind 2005 zo slecht was dat de maatstaven van goed werkgeverschap met zich meebrachten dat de werkgever gerechtigd was van zijn werknemers solidariteit te verlangen om te voorkomen dat de bedrijfsactiviteiten moesten worden gestaakt met als gevolg dat alle werknemers op straat zouden komen te staan. Van de werknemer mag daarom worden verwacht dat hij daarvoor begrip toont, maar dat gaat volgens de kantonrechter niet zo ver dat zijn belang moet wijken voor de wens van de werkgever om op de arbeidskosten te bezuinigen, ongeacht de wijze waarop de werknemer in zijn arbeidsvoorwaarden wordt getroffen. De kantonrechter geeft aan door partijen verder geïnformeerd te willen worden over het exacte inkomensnadeel dat het gevolg is van de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden, maar geeft als zijn voorlopig oordeel aan dat de aantasting van het inkomen van de werknemer te ver gaat.


Commentaar

In zijn uitspraak gaat de kantonrechter in op de twee verschillende wijzen waarop een werkgever kan komen tot eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden van een werknemer. Enerzijds kan de werkgever dat doen als hij zich de mogelijkheid daartoe in de arbeidsovereenkomst heeft voorbehouden. In dat geval moet de werkgever echter een zodanig zwaarwichtig belang hebben dat het belang van de werknemer daarvoor naar redelijkheid of billijkheid moet wijken. Anderzijds heeft de Hoge Raad in zijn jurisprudentie aangegeven dat gewijzigde omstandigheden op het werk met zich mee kunnen brengen dat de werknemer in beginsel positief moet reageren op een redelijk voorstel van de werkgever tot wijziging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee lijkt de Hoge Raad een minder zware toetsingsmaatstaf te hanteren dan in de wet is neergelegd voor werkgevers die zich de mogelijkheid van eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden contractueel hebben voorbehouden. Lagere rechters worstelen daarom doorgaans nogal met dit verschil.

De werkgever deed in dit geval een beroep op de wijzigingsmogelijkheid zoals die is voorzien in de jurisprudentie van de Hoge Raad. Volgens de kantonrechter geldt die echter vooral voor beperkte organisatorische wijzigingen waarbij het functioneren van de werknemer een rol speelt. In het onderhavige geval, waarin geen eenzijdig wijzigingsbeding was overeengekomen, gaat het om bedrijfseconomische omstandigheden die geheel in de risicosfeer van de werkgever liggen. De kantonrechter gaat daarom wel uit van de wijzigingsmogelijkheid zoals die volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad, maar volgt het zwaardere criterium dat in de wet staat voor het geval van een contractueel bedongen eenzijdige wijzigingsbevoegdheid. Niet een redelijk belang van de werkgever wordt vereist, maar een zwaarwichtig belang. Dat zwaarwichtige belang heeft de kantonrechter dus aanwezig geacht, zij het dat daarop volgens de kantonrechter niet zoveel gevolgen konden worden gebaseerd als de werkgever had gewild.