Concurrentiebeding na “getrek” aan werknemer door twee werkgevers

Concurrentiebeding na “getrek” aan werknemer door twee werkgevers
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2008 / 147
Vindplaats: kantonrechter Rotterdam 28 februari 2008, www.rechtspraak.nl, ljn: BC5345
Uitspraak

Een bliksembeveiligingsbedrijf ondervindt bijzondere concurrentie van een ander soortgelijk bedrijf nadat een voormalig directeur daar in dienst is getreden. Sindsdien zouden al tien werknemers naar de concurrent zijn overgestapt. Ook zouden stelselmatig cliënten van het bliksembedrijf zijn benaderd.





Als een volgende monteur eind oktober 2007 de arbeidsovereenkomst opzegt om per 1 december 2007 in dienst te gaan bij de concurrent, grijpt de directeur van het bliksembeveiligingsbedrijf in. Hij weet de werknemer te overreden in dienst te blijven door hem een salarisverhoging van EUR 100,- en het gebruik van een laptop toe te zeggen. Vastgelegd wordt dat de werknemer vervolgens minimaal twee jaar in dienst blijft en dat hij gedurende een jaar na het einde van het dienstverband niet bij de betreffende concurrent noch bij een andere concurrent in dienst zal treden. Aldus wordt een concurrentiebeding overeengekomen.





Voorheen had de werknemer al wel een concurrentiebeding, maar dat was vervallen nadat de directeur in een bijeenkomst met het personeel een algemene ontheffing van dat concurrentiebeding had gegeven met het oog op daarover ontstane commotie.





Het ingrijpen van de directeur mag echter niet baten, want uiteindelijk wil de werknemer toch bij de concurrent in dienst gaan. De werkgever vordert daarop in kort geding een verbod voor de werknemer om bij de concurrent in dienst te treden. De kantonrechter wijst die vordering af. Volgens de kantonrechter handelde de werkgever in strijd met goed werkgeverschap toen hij de werknemer een concurrentiebeding liet tekenen terwijl hij wist dat de werknemer een arbeidsovereenkomst had getekend die hem verplichtte om per 1 december 2007 bij de concurrent in dienst te treden. De kantonrechter acht bovendien aannemelijk dat de werknemer bij het tekenen van het concurrentiebeding “niet stevig in de schoenen stond” en gezegd zou hebben dat hij alleen wenste te tekenen als hij geen problemen met zijn beoogde nieuwe werkgever zou krijgen.




Commentaar

Het bovengenoemde vonnis is typisch voor de huidige krappe arbeidsmarkt: twee werkgevers vechten om één en dezelfde werknemer.





Het laat zich denken dat de werknemer uiteindelijk toch naar de concurrent wilde omdat hij daar waarschijnlijk een nog hoger salaris aangeboden heeft gekregen.





In deze zaak speelde ook nog dat het bliksembeveiligingsbedrijf zijn concurrent gedagvaard had om deze te doen verbieden de werknemer werkzaamheden te laten verrichten en cliënten van de werkgever te benaderen of daarvoor te werken. De kantonrechter wijst ook deze vorderingen af.





De afwijzing van de eerste vordering hangt natuurlijk samen met de afwijzing van de vordering tegen de werknemer. De tweede vordering wordt afgewezen omdat het in dienst nemen van een werknemer van een directe concurrent niet onrechtmatig is, ook niet als deze gebonden is aan een geheimhoudingsbeding. Volgens de kantonrechter kan dat onder bijzondere omstandigheden anders zijn, zoals wanneer de nieuwe werkgever van de kennis van de overgenomen werknemers gebruik maakt om in het bijzonder cliënten van de oude werkgever af te pakken, maar dergelijke bijzondere omstandigheden waren door de oude werkgever onvoldoende gesteld.