Pensioenfonds moet premie WAO-gatverzekering over 2004 en 2005 terugbetalen

Pensioenfonds moet premie WAO-gatverzekering over 2004 en 2005 terugbetalen
Datum: 00-00-0000
Uitgavejaar en uitgavenummer: 2008 / 146
Vindplaats: kantonrechter Delft 19 april 2007, www.rechtspraak.nl, ljn: BA8257
Uitspraak

Een aantal werkgevers heeft werknemers die tot 1 januari 2006 verplicht hebben deelgenomen aan het arbeidsongeschiktheidspensioen van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Dit arbeidsongeschiktheidspensioen diende ter dichting van het zogenaamde “WAO-gat” (WAO-hiaat), zijnde het verschil tussen de loondervingsuitkering (70% van het dagloon) en de vervolguitkering van de WAO. Met ingang van 29 december 2005 is de WIA in werking getreden als opvolger van de WAO. Werknemers die na 1 januari 2004 arbeidsongeschiktheid zijn geworden vallen onder de WIA en worden aldus ook niet geconfronteerd met een WAO-gat.<BR>

Op een verzoek om premierestitutie over de jaren 2004 en 2005 reageert het pensioenfonds aanvankelijk niet. Na sommatie door de werkgevers stelt het pensioenfonds zich op het standpunt dat de premies over 2004 dienen ter dekking van de in 2004 ingegane uitkeringen en dat de premies over 2005 voor een ander doel binnen het pensioenfonds ten goede van de werknemers zullen worden aangewend. Tot premierestitutie is het pensioenfonds dus niet bereid. Dat leidt tot een procedure bij de kantonrechter, die de werkgevers in het gelijk stelt. Het pensioenfonds beroept zich dan op de hoge kosten van terugbetaling van de premie en op het feit dat in 2004 en 2005 wel risico is gelopen omdat toen nog niet bekend was dat de WIA op 29 december 2005 zou worden ingevoerd.<BR>

Dat laatste argument verwerpt de kantonrechter als niet ter zake doende omdat nu eenmaal achteraf bezien geen risico is gelopen. De betaalde premie moet daarom worden gerestitueerd, evenwel onder aftrek van een billijke vergoeding van de ten laste van het pensioenfonds gekomen kosten. Werkgevers moeten vervolgens zorg dragen voor terugbetaling aan de werknemers van het deel van de premies dat aan hen betaald is. Dat over de niet-terugbetaling overleg met de vakbonden heeft plaatsgevonden acht de kantonrechter niet relevant.


Commentaar

Over het feit dat premies over de jaren 2004 en 2005 van particuliere verzekeringen waarvan het risico gekoppeld was aan het WAO-risico naar onze mening terugbetaald zouden dienen te worden, hebben wij reeds begin 2006 bericht in Arbeidsrecht Actueel nr. 115. Dat artikel is nog te raadplegen op onze website. Het gaat dan om de premies van de verzekeringen van het WAO-gat en het WAO-eigenrisicodragen (niet: het WAO-excedent als zijnde verzekering van het inkomensverlies boven het maximum dagloon omdat dat risico onder de WIA ongewijzigd is gebleven). Wij hebben destijds overwogen om de publiciteit te zoeken om op deze mogelijkheid van premierestitutie te wijzen, maar wij hebben daarvan afgezien na raadpleging van een in het verzekeringsrecht gespecialiseerde advocaat. Bij het advies van die advocaat hadden wij destijds wel al twijfels omdat dit advies naar onze mening berustte op een verkeerd begrip van het WAO-risico. Nadien is uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep gebleken dat de door ons geraadpleegde advocaat het WAO-risico inderdaad verkeerd heeft opgevat. Het vonnis van de kantonrechter toont aan dat premierestitutie inderdaad mogelijk is. Werkgevers die premie terug willen vorderen kunnen dat naar onze mening nog steeds doen. Die mogelijkheid bestaat echter niet voor werkgevers die zijn ingegaan op een aanbieding van verzekeraars die in ruil voor de premierestitutie hebben aangeboden om een aan de WIA gerelateerd risico met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004 in dekking te nemen. Werkgevers die hun aan de WAO gerelateerde dekking vóór de inwerkingtreding van de WIA hebben beëindigd hebben naar onze mening echter recht op premierestitutie.