Bij een ziekenhuis werkt sinds 1 oktober 1999 een medisch secretaresse ten behoeve van één van twee specialisten die in maatschapsverband werken en aan het ziekenhuis verbonden zijn. De secretaresse lijdt aan astma. De twee specialisten zijn (zeer) stevige rokers. Als de secretaresse een paar maanden na haar indiensttreding aangeeft hinder te ondervinden van de sigarettenrook zegt de betreffende specialist toe niet meer te zullen roken in de ruimte waarin de secretaresse werkt. Behoudens incidentele uitzonderingen houdt hij zich aan die afspraak. De werkkamer van de specialist, waarin deze wel rookte, staat echter in verbinding met de werkruimte van de secretaresse en de deur van de werkkamer was niet altijd gesloten, terwijl het ook wel voorkwam dat de secretaresse op de werkkamer van de specialist moest zijn.
Op 1 juli 2000 valt de secretaresse uit met hardnekkige benauwdheidsklachten. Kort daarna verergert haar astma plotseling en zij moet worden opgenomen in het ziekenhuis en later zelfs in een astmacentrum in Davos. Vanaf 3 juli 2001 komt de secretaresse volledig arbeidsongeschikt in de WAO. Na verkregen toestemming van het CWI zegt het ziekenhuis de arbeidsovereenkomst op per 1 april 2003.
De secretaresse vordert bij de kantonrechter een verklaring dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor de door haar geleden en te lijden schade en dat deze schade vergoed moet worden. Zij stelt dat het roken van de specialisten geleid heeft tot een toename van haar astmaklachten en aldus haar volledige arbeidsongeschiktheid heeft veroorzaakt. Het ziekenhuis heeft volgens de secretaresse zijn zorgplicht geschonden door geen maatregelen te treffen waardoor zij geen hinder van het roken ondervond en zou ook in strijd met de verplichtingen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet en Tabakswet hebben gehandeld.
De kantonrechter wijst deze vordering toe. In hoger beroep schakelt het gerechtshof een longarts als deskundige in om een oordeel te kunnen geven over het causale verband tussen de blootstelling aan sigarettenrook enerzijds en de toename van de gezondheidsklachten en de volledige arbeidsongeschiktheid anderzijds. De deskundige verklaart dat objectief meetbare gegevens op de momenten van toename van de klachten ontbreken maar dat de kans 80-100% is dat de gezondheidsklachten zijn verergerd doordat zij tijdens haar werkzaamheden blootgesteld is aan sigarettenrook. Maar de deskundige oordeelt ook dat de kans 80-100% is dat de gezondheidsklachten van de secretaresse uiteindelijk binnen enige tijd zouden zijn verergerd door externe factoren. Omdat beide kansen even groot ingeschat worden, houdt het hof het ziekenhuis aansprakelijk voor 50% van de schade. Het ziekenhuis krijgt nog wel de kans te bewijzen dat het aan zijn zorgplicht heeft voldaan, maar slaagt niet in deze bewijslast.
Het ziekenhuis gaat nog in cassatie bij de Hoge Raad en wijst daarbij onder meer op het wisselende beloop van de ziekte dat eigen is aan astma, maar de Hoge Raad oordeelt dat het Hof een feitelijk oordeel heeft gegeven dat niet onbegrijpelijk is. Aangezien in cassatie niet meer over de feiten kan worden geoordeeld blijft het arrest van het hof in stand. Het ziekenhuis moet daardoor 50% van de schade vergoeden.
De redenering dat een werkgever een bepaald percentage van de schade moet betalen omdat de kans, dat de werkgever verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van de schade, dat percentage beloopt, is niet nieuw. Ook in zaken waarin schadevergoeding door blootstelling aan asbest is gevorderd is dat al eens door de Hoge Raad goedgekeurd. Opvallend is wel dat het hier gaat om schade door blootstelling aan sigarettenrook. Het is nog niet zo lang geleden dat op veel werkplekken volop werd gerookt en (hoewel verboden) komt het op sommige bedrijven ook nu nog voor. Hier ging het om een werkneemster die aan astma leed. Niet ondenkbaar is dat zich in de toekomst nog werknemers melden die bijvoorbeeld aan longkanker lijden en claimen dat dat een gevolg is van blootstelling aan sigarettenrook op het werk. De werkgever kan dan wel stellen dat die gezondheidsklachten ook elders kunnen zijn opgelopen, maar daarmee zal hij zich nooit helemaal aan aansprakelijkheid kunnen onttrekken. Werkgevers doen er daarom goed aan om te zorgen dat zij voor deze aansprakelijkheid goed verzekerd zijn!