Een vrachtwagenchauffeur bij een transportbedrijf heeft zich op 10 augustus 2009 ziek gemeld en is sindsdien volledig arbeidsongeschikt. Het transportbedrijf heeft zijn salaris vanaf de maand augustus 2009 niet meer betaald. De bedrijfsarts heeft het transportbedrijf gewezen op zijn verplichting tot loondoorbetaling tijdens ziekte en de gemachtigde van de werknemer heeft het transportbedrijf schriftelijk gemaand tot betaling. Omdat het transportbedrijf nergens op reageert, start de vrachtwagenchauffeur een kort geding om het transportbedrijf bij wijze van voorlopige voorziening te veroordelen tot loondoorbetaling. Daarbij vraagt de vrachtwagenchauffeur ook om veroordeling van het transportbedrijf tot betaling van de wettelijke rente en de wettelijke verhoging van het loon wegens te late betaling van het salaris.
Het transportbedrijf erkent de betalingsverplichtingen maar voert aan dat het salaris van de vrachtwagenchauffeur niet kon worden voldaan vanwege grote financiële problemen. Om die reden vraagt het transportbedrijf om matiging tot nihil van de wettelijke rente en de wettelijke verhoging.
De kantonrechter overweegt dat de vordering tot betaling van het loon voor toewijzing gereed ligt, nu het transportbedrijf deze niet betwist. De kantonrechter wijst daarbij ook de wettelijke verhoging toe en overweegt daarbij dat de vrachtwagenchauffeur meerdere malen om betaling van het loon heeft verzocht en dat het transportbedrijf daar steeds niet op heeft gereageerd. De financiële problemen zijn door het transportbedrijf niet onderbouwd en het beroep daarop is ook eerst pas ter zitting gedaan.
Bij te late betaling van het loon (dat verschuldigd is op de laatste dag van de betaalperiode) wordt de werkgever de wettelijke rente verschuldigd. Daarnaast wordt de werkgever een verhoging van het loon verschuldigd van 5% per dag vanaf de vierde tot en met de achtste werkdag waarmee de werkgever te laat is met de betaling en van 1% voor elke werkdag daarna, zulks tot een maximum van 50%. Anders dan de wettelijke rente kan de rechter deze wettelijke verhoging matigen tot zelfs nihil. Wellicht was de kantonrechter tot matiging bereid geweest, als de werkgever de financiële problemen wat eerder had aangevoerd en beter had onderbouwd. Nu kwam het transportbedrijf van een koude kermis thuis.