De werkgever die bij wijze van aanzegging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mededeelt dat de arbeidsovereenkomst kan worden voortgezet, maar die daarop terugkomt voordat de werknemer het voorstel tot het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft aanvaard, wordt alsnog de vergoeding verschuldigd wegens het niet (tijdig) nakomen van de aanzegverplichting.
Een werkneemster was op 10 november 2014 bij de werkgever in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar. Begin oktober 2015 had de werkgever een aanbod gedaan om de arbeidsovereenkomst te verlengen van 9 november 2015 tot 9 oktober 2016. Nadat de werkneemster zich op 19 oktober 2015 ziek had gemeld en nadat op 23 oktober 2015 nog een mislukte poging tot werkhervatting was gedaan, liet de werkgever bij e-mailbericht van 23 oktober 2015 weten dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd en derhalve per 9 november 2015 zou eindigen. De werkneemster vorderde daarop van de werkgever betaling van een vergoeding wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting, gelijk aan het salaris over de periode van 9 oktober 2015 tot 23 oktober 2015. De werkgever voerde als verweer dat het de werkneemster zelf was geweest die de arbeidsovereenkomst niet wilde verlengen. De werkgever stelt daartoe dat de werkneemster op 23 oktober 2015 naar huis was gegaan en niet meer was teruggekomen.
Als de kantonrechter over de zaak moet oordelen, stelt hij echter vast dat het de werkgever is geweest die besloten heeft om de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. De kantonrechter beroept zich daarbij op de tekst van het e-mailbericht van de werkgever van 23 oktober 2015, waarin de werkgever namelijk schrijft dat het gedrag van de werkneemster de werkgever heeft doen besluiten de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Omdat de aanzegverplichting volgens de kantonrechter ook geldt in het geval waarin de werkgever aanvankelijk bereid was de arbeidsovereenkomst voort te zetten maar waarin die voortzetting uiteindelijk niet tot stand komt, wijst de kantonrechter de gevorderde vergoeding toe.
Sinds 1 januari 2015 is een werkgever die met een werknemer een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van tenminste zes maanden, verplicht om de werknemer uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst moet hij ook schriftelijk mededelen onder welke voorwaarden hij bereid is de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Bij gebreke van voldoening aan deze verplichting is de werkgever aan de werknemer een vergoeding verschuldigd gelijk aan het bedrag van het loon over de periode waarin de werkgever nalatig was met het nakomen van deze aanzegverplichting. Gelet op het feit dat de wet de werkgever die de arbeidsovereenkomst wenst voort te zetten er toe verplicht om aan te geven onder welke voorwaarden de arbeidsovereenkomst kan worden voortgezet, kan deze aanzegging niet anders worden gezien dan als een aanbod tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Als de werknemer dit aanbod aanvaardt, is een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen. De werkgever doet er daarom goed aan om bij deze aanzegging direct alle relevante arbeidsvoorwaarden te vermelden. Nadat de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, kan de werkgever immers geen nieuwe voorwaarden meer bedingen.
In het onderhavige geval had de werkgever het aanbod tot het aangaan van een nieuwe arbeidsovereenkomst ingetrokken voordat de werknemer het voorstel had aanvaard. Het intrekken van het aanbod is alleen mogelijk als aan de aanvaarding voor de werknemer geen termijn is verbonden. Als de werkgever een aanbod doet en de werknemer een termijn stelt om dat aanbod te aanvaarden, dient de werkgever zich er dus van bewust te zijn dat hij zijn aanbod binnen deze termijn niet kan intrekken. De werkgever die aldus zijn aanbod tot het aangaan van de nieuwe arbeidsovereenkomst intrekt, zal wel alsnog de vergoeding wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting verschuldigd zijn.